4.4 Weergave
Afhankelijk van het programma worden de volgende parameters weergegeven:
Programma: Programmanummer
Tijd: Huidige toegevoegde trainingstijd of resterende effectieve trainingstijd. Een pijltjessymbool geeft de telrichting
aan.
Hartslag: Hartslagindicator als u een riem met hartslagzender draagt. De pulsindicator geeft duidelijk aan in welke
pulszone u zich bevindt. Voor puls 130 is het staafdiagram tot het midden gevuld. Bij programma's met puls-
voorinstellingen geeft het midden van de balk de gewenste pulsfrequentie aan.
Watt: Het vermogen wordt in watt weergegeven op het display. Parallel aan de digitale weergave wordt de intensiteit
ook weergegeven in een grafisch staafdiagram.
Km/h: De fictieve snelheid wordt weergegeven in km/h. De snelheid wordt ook weergegeven in een staafdiagram.
Naast de digitale display wordt de snelheid ook aangegeven door een grafisch staafdiagram.
Snelheid: Pedaalomwentelingen per minuut.
KM: Afhankelijk van het programma wordt de toegevoegde of de resterende berekende afstand in het weergaveveld
getoond. De weergave is in meters; van 1000m in stappen van 10m (1,00 km).
K-Cal: Afhankelijk van het programma wordt het toegevoegde of resterende calorieverbruik op het display
weergegeven.
Niveau: Weergave van het huidige intensiteitsniveau 1 - 21.
Chipkaart: Het chipkaartsymbool verschijnt wanneer een opslagmedium wordt geplaatst.
: Als dit symbool wordt toegevoegd aan de digitale displays, zijn dit gemiddelde waarden van de trainingssessie.
4.5 Snelstart
Het displaypaneel wordt geactiveerd door het begin van het trappen of het LCD-scherm is aan en wordt nog steeds gevoed door
het batterijpak.
Als u gewoon begint met trainen, zit u in het Quickstart-programma, waarin u kunt trainen zonder verdere inschrijvingen te
hoeven
doen. De
weerstand wordt in het snelstartprogramma ingesteld met de +/toetsen.
4.6 Programmering op de monitor
De programmering wordt gestart met Prog, vervolgens wordt het gewenste programma gekozen met +/-. Tegelijkertijd wordt
het programmanummer in het betreffende displayveld getoond.
ENTER bevestigt de programmakeuze. Verdere vragen voor de besturing van het betreffende programma worden via de
menudialoog gesteld. De displaywaarden worden gewijzigd met +/-. Bevestiging geschiedt met ENTER. Als de laatste invoer
wordt bevestigd, start het programma automatisch en verschijnt de melding LOS.
4.7 Veranderen van de weerstand
Behalve bij de volautomatische programma's (puls, Kcal, wattgevoelig) kan de weerstand op elk moment handmatig worden
gewijzigd met de +/- toets. In sommige programma's gebeurt dit door een versnelling/stap te kiezen van 1-21, in andere door
het gewenste wattage in te voeren.
Fig.3: In deze illustratie zijn alle segmenten van het LCD-display te zien. In normaal
bedrijf wordt alleen de relevante informatie getoond.
Gebruiksaanwijzing motion body 600 med/600
Pagina 8van 22
Versie 5.0