INSTELLEN VAN DE DRAADSPANNINGEN
Normale bovendraadspanning tussen 4-6
De bovenspanning kan ingesteld
worden door te draaien aan de
spanningsknop.
De onderste draadspanning kan verhoogd worden door de schroef van de
spoelknop licht naar rechts (richting van de wijzers van de klok) te draaien, of juist
verlaagd door deze naar links te draaien (tegen de richting van de wijzers van de
klok).
Correct
Stof
Fout
14
Bovendraad
Onderdraad
Binnenkant stof
Bovendraad