8.0
ONDERHOUD
Tijdpad
Voor elke ingebruikname.
Na eerste 20 werkuren
(nieuw of gerepareerd).
Na elke 40 werkuren of
jaarlijks.
Na elke 500 uur.
Controlepunt/Smeerpunt
Controleer op loszittende bouten
/ moeren.
Aanwezigheid en Leesbaarheid
van de veiligheidsstickers.
Controleer op hydraulische
defecten.
Controleer de rollagers en de
aandrijflijn.
Controleer op loszittende bouten/
moeren.
Controleer de spanning van de v-
snaren.
Controleer de rollagers en de
aandrijflijn.
Controleer de lagerhuizen.
Controleer op loszittende bouten
/ moeren.
Controleer de spanning / slijtage
van de v-snaren.
Controleer de slijtage van de
borstel.
Controleer tandwielkast op
olielekkage.
Controleer oliepeil in
tandwielkast.
Controleer op hydraulische
defecten.
Controleer PTO.
Controleer spanning
transportbanden.
Vervang olie tandwielkast.
22
Methode
Draai de loszittende
bouten/ moeren vast met
het juiste moment.
Vervang deze indien niet
aanwezig/ beschadigd.
(Fig. 7)
Indien nodig, repareer of
vervang beschadigde
onderdelen.
Smeer rollagers / Indien
nodig, vervang versleten
onderdelen. Gebruik EP 2
smeervet.
Draai de loszittende bouten
/ moeren vast met het
juiste
moment.
Pas indien nodig de
spanning van de v-snaren
aan. (zie hfst 6.4)
Smeer rollagers / Indien
nodig, vervang versleten
onderdelen. Gebruik EP 2
smeervet.
Smeer lagerhuizen / Indien
nodig vervang versleten
onderdelen.
Draai de loszittende bouten
/ moeren vast met het
juiste moment.
Pas de spanning van de v-
snaren aan. (zie hfst 6.4)
Indien nodig vervang de v-
snaren.
Indien nodig vervang
borstel.
Repareer of vervang.
Indien nodig, vul bij tot aan
rand vulopening.
Indien nodig, repareer of
vervang beschadigde
onderdelen.
Smeer PTO of indien
nodig, vervang PTO.
Indien nodig, zet
transportbanden onder
hogere spanning.
Voer oude olie af en vul
nieuwe olie tot aan rand
vulopening.