Reiniging
Het apparaat moet voor en na elk gebruik worden gereinigd.
Waarschuwing voor elektrische spanning
Er bestaat kortsluitgevaar door in de behuizing
binnendringende vloeistoffen!
Dompel het apparaat en de accessoires niet onder in
water. Zorg dat geen water of andere vloeistoffen in de
behuizing komen.
• Reinig het apparaat met een vochtige, zachte en pluisvrije
doek. Zorg dat geen vochtigheid in de behuizing komt.
Zorg dat elektrische onderdelen niet in contact komen met
vocht. Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen, zoals
reinigingssprays, oplosmiddelen, alcoholhoudende
reinigingsmiddelen of schuurmiddelen voor het
bevochtigen van de doek.
• Droog het apparaat met een zachte en pluisvrije doek.
• De aansluitcontacten bij apparaat en laadapparaat schoon
houden.
• De ventilatieopeningen vrijhouden van stofafzettingen, om
oververhitting van de motor te voorkomen.
Info
Leeg het opvangreservoir (5) en reinig het stoffilter (7)
na elk gebruik, om de werking van het apparaat niet te
reduceren en overbelasting van de motor te
voorkomen.
Opvangreservoir leegmaken
Ga als volgt te werk voor het leegmaken van het
opvangreservoir:
ü Het apparaat is uitgeschakeld.
1. Het apparaat zo vasthouden dat het opvangreservoir (5)
naar beneden wijst.
2. Om het opvangreservoir te openen, drukt u op de
ontgrendelingsknop (8) en haalt u het opvangreservoir (5)
eraf.
8
5
12
3. Haal het stoffilter (7) uit het opvangreservoir (5).
4. Leeg het opvangreservoir (5) en spoel het indien nodig met
water uit. Laat het stoffilter (5) aan de lucht drogen.
5. Plaats het droge opvangreservoir (5) weer op de
motorbehuizing (3) zoals beschreven onder Motorbehuizing
en opvangreservoir koppelen.
Stoffilter reinigen
Ga als volgt te werk om het stoffilter te reinigen:
1. Haal het stoffilter (7) uit het opvangreservoir (5).
2. Trek de stoffilterzak met houder (20) uit de
stoffilterbehuizing (21).
21
3. Verwijder het grove vuil en klop de stoffilterzak met
houder (20) en de stoffilterbehuizing (21) uit.
4. Spoel de stoffilterzak met houder (20) en de
stoffilterbehuizing (21) bij sterke verontreiniging met koud
water uit. Laat het stoffilter aan de lucht drogen. Wacht tot
de stoffilterzak met houder (20) en de
stoffilterbehuizing (21) helemaal droog zijn voordat u deze
weer in het opvangreservoir plaatst.
5. Plaats de stoffilterzak met houder (20) in de
stoffilterbehuizing (21) zoals beschreven onder Stoffilter en
opvangreservoir in elkaar zetten.
6. Plaats het stoffilter (7) weer in het apparaat zoals
beschreven onder Stoffilter en opvangreservoir in elkaar
zetten.
Stoffilter en opvangreservoir in elkaar zetten
Voor de inbedrijfstelling moet het stoffilter weer in elkaar
worden gezet en in het opvangreservoir (5) worden geplaatst.
Ga daartoe als volgt te werk:
1. Koppel de stoffilterzak met houder (20) aan de
stoffilterbehuizing (21).
3
21
ð Het stoffilter (7) is in elkaar gezet en kan in het
opvangreservoir (5) worden geplaatst.
handstofzuiger VC 10-20 V
20
20
NL