Fouten of storingen verhelpen
Kenmerk
De condenspot is koud of
slechts handwarm.
De condenspot heeft
stoomverlies.
Er lekt medium (lekkage).
14
Oorzaak
De afsluitventielen voor de
condensaattoe- of afvoer zijn
gesloten.
De condensaattoe- of afvoer is
vervuild.
De Thermovit-regelaar is
vervuild.
In het apparaat zijn afzettingen
aanwezig.
De Thermovit-regelaar is
versleten.
De zitting is ondicht.
De bypass is geopend.
De aansluitingen zijn ondicht.
Een afdichting aan de
behuizing is defect.
De behuizing is door corrosie of
erosie defect.
Het apparaat is door vorst
beschadigd.
Het apparaat is door waterslag
beschadigd.
Maatregel
Open de afsluitventielen.
Reinig de leidingen.
Reinig het apparaat.
Reinig de Thermovit-regelaar.
Reinig de vuilzeef en het apparaat.
Vervang de Thermovit-regelaar.
Vervang de Thermovit-regelaar.
Sluit de bypass.
Dicht de aansluitingen, bijv. flens- of
schroefdraadaansluitingen-, af.
Vervang de defecte afdichting.
Controleer de mediumbestendigheid van
het materiaal.
Plaats een condenspot van
mediumbestendig materiaal.
Vervang het apparaat.
Zorg ervoor dat na het uitschakelen van
de installatie de condensaatleidingen en
de condenspot volledig worden geleegd.
Vervang het apparaat.
Neem voor uw toepassing geschikte
maatregelen voor het vermijden van
waterslag door bijv. het inbouwen van
geschikte terugslagkleppen.