Montage van het slijpaggregaat
Demonteer de schroeven (1).
Verwijder de kap. Monteer de
aandrijfriem op de
koppelingstrommel.
Monteer de kap en draai de
schroeven aan.
Plaats de aandrijfriem over de
poelie van het zaagaggregaat
(2).
Plaats de beschermkap van
de aandrijfriem op de zaagarm
en zet het zaagaggregaat
samen met de beschermkap
vast. Draai beide bouten (4)
handvast aan.
Draai de spanschroef zo aan
dat de vierkante moer recht
voor de pijl op de
beschermkap van de
aandrijfriem zit. Schud het
aggregaat om er voor te
zorgen dat de veer de riem
kan strekken. Dit stelt
automatisch de juiste
spanning van de riem af. Draai
de beide bouten (4) aan met
de combisleutel.
N.B.! Wanneer een nieuwe
riem wordt gemonteerd moet
de riemspanning nagesteld
worden wanneer de doorslijper
2 tanks benzine heeft
verbruikt.
Aandrijfas en flenzen controleren
• Controleer of het
schroefdraad van de
aandrijfas onbeschadigd is.
• Controleer of de
contactoppervlakken van de
slijpschijf en de flenzen vlak
zijn, juist op de as lopen,
alsmede of de oppervlakken
vrij zijn van materialen die
er niet thuishoren.
Gebruik geen scheve,
beschadigde, verbogen of
vuile flenzen. Gebruik geen
flenzen van verschillende
afmetingen.
MONTAGE
1
2
4
3
Slijpschijf monteren
De Partner-slijpschijf is
speciaal vervaardigd en
goedgekeurd voor gebruik uit
de vrije hand.
De kartonnen etiketten aan
weerszijden van de slijpschijf
zijn aangebracht om de druk
van de flensring te verdelen
en om te voorkomen dat de
schijf gaat slippen.
De schijf wordt aangebracht
tussen de flensnaaf (A) en de
flensring (B). De flensring
wordt rondgedraaid, zodat
deze in de flensnaaf past. De
slijpschijf wordt vastgezet
met dopsleutel
501 69 17-02.
De as kan worden
vergrendeld met een
schroevendraaier, een stalen
pin of iets dergelijks, die zo
ver mogelijk naar binnen
wordt geduwd. De schijf
wordt met wijzers van de klok
mee vastgezet.
De schroef die de slijpschijf
vasthoudt, moet aangedraaid
worden met een moment van
15-25 Nm.
Beschermkap
Er moet altijd een
beschermkap op de
machine gemonteerd zijn.
De beschermkap moet zo
worden ingesteld, dat het
achterste deel zich bij het
werkobject bevindt.
Slijpdeeltjes en vonken
worden dan door de kap
tegengehouden en van de
gebruiker weggeleid.
!
WAARSCHUWING!
Een 16 duims beschermkap slechts gebruiken
op een slijpmachine die ook oorspronkelijk al
was uitgerust met een dergelijke
beschermkap. Als een reserve-beschermkap
gemonteerd wordt op een slijpmachine, die
oorspronkelijk was voorzien van een 12 duims
of 14 duims kap, zal de 16 duims schijf te snel
draaien. Een slijpschijf met een te hoge
snelheid kan scheuren of ernstig letsel
veroorzaken.
A
B
13
Nederlands –