Bediening
Bedieningselementen
TCH 18 E / TCH 19 E
Nr.
Aanduiding
8
Tuimelschakelaar verwarmingsniveaus 1250 W
(met tuimelschakelaar 9 samen = 2000 W)
9
Tuimelschakelaar verwarmingsniveaus 750 W
(met tuimelschakelaar 8 samen = 2000 W)
10
Draaischakelaar ruimtethermostaat
Apparaat inschakelen
1. Steek de stekker in een voldoende afgezekerd stopcontact.
2. De tuimelschakelaar (8, 9) voor het gewenste
verwarmingsvermogen naar de stand Aan schakelen.
U kunt één tuimelschakelaar voor het vermogen 750 W (9),
resp. 1250 W (8) of beide voor het maximale vermogen
van 2000 W inschakelen.
ð Het lampje bij de betreffende tuimelschakelaar gaat pas
branden, zodra de ruimtethermostaat wordt
ingeschakeld.
Ruimtethermostaat instellen
1. De traploze draaischakelaar (10) van de ruimtethermostaat
instellen op de gewenste temperatuur.
ð Is de ruimtethermostaat ingeschakeld, gaan de lampjes
voor de ingeschakelde verwarmingsniveaus aan.
De ruimtethermostaat regelt de ruimtetemperatuur automatisch:
• Bij overschrijding van de ingestelde waarde schakelt de
verwarming uit.
• Bij onderschrijding van de ingestelde waarde schakelt de
verwarming automatisch weer in.
8
Buiten gebruik stellen
Waarschuwing voor elektrische spanning
Raak de netstekker niet aan met vochtige of natte
handen.
• De tuimelschakelaar naar de stand Uit schakelen. Draai de
traploze draaischakelaar ruimtethermostaat (10) linksom
8
naar de stand MIN. De lampjes bij de tuimelschakelaar
gaan uit.
9
• De stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken
door de stekker vast te pakken.
• Laat het apparaat volledig afkoelen.
• Reinig het apparaat volgens het hoofdstuk onderhoud.
10
• Het apparaat opslaan volgens het hoofdstuk opslag.
Defecten en storingen
Waarschuwing voor elektrische spanning
Werkzaamheden waarvoor het openen van het
apparaat noodzakelijk is, mogen uitsluitend door
geautoriseerde vakbedrijven of door Trotec worden
uitgevoerd.
Het apparaat is tijdens de productie meerdere keren op een
goede werking getest. Mochten er desondanks storingen
ontstaan, controleer het apparaat dan op basis van de volgende
lijst.
Het apparaat start niet:
• Controleer de netaansluiting.
• Controleer het netsnoer en de netstekker op
beschadigingen. Constateert u beschadigingen, probeer
dan niet het apparaat weer in gebruik te nemen.
Wordt het netsnoer van dit apparaat beschadigd, moet
deze door de fabrikant of de klantendienst hiervan of door
een vergelijkbaar gekwalificeerde persoon worden
vervangen, zodat gevaren worden voorkomen.
• Controleer de afzekering van de gebouwinstallatie.
• Controleer de ruimtetemperatuur. De ruimtethermostaat
heeft mogelijk uitgeschakeld, omdat de gewenste
ruimtetemperatuur is bereikt.
• De ruimtethermostaat kan defect zijn. Laat een defecte
ruimtethermostaat vervangen door een elektrotechnisch
vakbedrijf.
• Controleer of de oververhittingsbeveiliging is geactiveerd
(zie het hoofdstuk veiligheid).
• Wacht 10 minuten, voordat u het apparaat opnieuw start.
Mocht het apparaat niet opstarten, laat dan een elektrische
controle uitvoeren door gespecialiseerd bedrijf of door
Trotec.
convector TCH 18 E / TCH 19 E
NL