Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

NEC MultiSync V323-3 Gebruikershandleiding pagina 27

Grootbeeldmonitor
Inhoudsopgave

Advertenties

SCREEN SAVER
Gebruik de functie SCREEN SAVER om het risico op inbranding te verkleinen.
(Schermbeveiliging)
GAMMA
Als u "ON" selecteert, wordt het gamma van het beeld gewijzigd en vastgesteld.
BACKLIGHT
Als u deze instelling op ON (Aan) zet, wordt de helderheid van de achtergrondverlichting verlaagd.
(Achtergrondverlichting)
OPMERKING: Selecteer deze functie niet wanneer de beeldmodus AMBIENT1 of AMBIENT2 is.
MOTION (Beweging)
Het beeld wordt enigszins vergroot en wordt op gezette tijden in vier richtingen verplaatst (omhoog,
omlaag, links, rechts). U kunt de intervaltijd en zoomratio instellen.
Deze functie wordt uitgeschakeld wanneer PIP, STILL, TEXT TICKER of TILE MATRIX zijn ingeschakeld.
SIDE BORDER COLOR
Hiermee past u de kleur van de zijkanten van het beeld aan bij een beeldverhouding van 4:3.
(Kleur zijbalken)
Druk op de toets + om de balk lichter te maken.
Druk op de toets - om de balk donkerder te maken.
AUTO BRIGHTNESS
Hiermee stelt u de helderheid van het beeld in verhouding tot het ingangssignaal in.
Alleen DPORT-, DVI-, VGA-ingang
OPMERKING: Selecteer deze functie niet wanneer de beeldmodus AMBIENT1 of AMBIENT2 is.
CHANGE SECURITY
Hiermee kunt u het beveiligingswachtwoord wijzigen.
PASSWORD
Het standaard ingestelde wachtwoord is 0000.
(Beveiligingswachtwoord
wijzigen)
SECURITY (Beveiliging)
Hiermee vergrendelt u het beveiligingswachtwoord.
START-UP LOCK (Opstartvergrendeling): er moet een beveiligingswachtwoord worden ingevoerd
wanneer de monitor wordt ingeschakeld.
CONTROL LOCK (Besturingsvergrendeling): er moet een beveiligingswachtwoord worden ingevoerd
als er op een knop op de afstandsbediening of een bedieningsknop op de monitor wordt gedrukt.
BOTH LOCK (Beide vergrendelingen): er moet een beveiligingswachtwoord worden ingevoerd als de
monitor wordt ingeschakeld, of als er op een knop op de afstandsbediening of een bedieningsknop op
de monitor wordt gedrukt.
DDC/CI
ENABLE/DISABLE (INSCHAKELEN/UITSCHAKELEN): Hiermee zet u de tweezijdige communicatie en
bediening van de monitor op ON (Aan) of OFF (UIT).
ALERT MAIL
Hiermee selecteert u of er al of niet een e-mailmelding over een monitorfout via bekabelde LAN moet
(Waarschuwingsmail)
worden verzonden.
RESET
Hiermee zet u voor de volgende instellingen in het menu DISPLAY PROTECTION de
fabrieksinstellingen terug: POWER SAVE, FAN CONTROL, SCREEN SAVER, SIDE BORDER COLOR,
AUTO BRIGHTNESS en DDC/CI.
ADVANCED OPTION (Geavanceerde optie)
INPUT DETECT
Hiermee selecteert u de ingangsdetectiemethode die wordt gebruikt wanneer meer dan twee computers
(Invoerdetectie)
op de monitor zijn aangesloten.
NONE (Niets)
Er wordt niet naar de andere video-ingangspoorten gezocht.
FIRST DETECT
Wanneer het huidige ingangssignaal niet aanwezig is, zoekt de monitor een videosignaal op de andere
(Eerst waarnemen)
ingangspoort. Als het videosignaal zich op de andere poort bevindt, schakelt de monitor automatisch de
nieuwe gedetecteerde signaalbron in.
De monitor zoekt geen andere videosignalen wanneer de huidige videobron aanwezig is.
LAST DETECT
Wanneer de monitor een signaal weergeeft dat afkomstig is van de huidige bron en er wordt een
(Laatst waarnemen)
signaal geleverd door een nieuwe, secundaire bron, schakelt de monitor automatisch over op de
nieuwe videobron. Wanneer het huidige ingangssignaal niet aanwezig is, zoekt de monitor een
videosignaal op de andere ingangspoort. Als het videosignaal zich op de andere poort bevindt, schakelt
de monitor automatisch de nieuwe gedetecteerde signaalbron in.
VIDEO DETECT
De ingangen HDMI, DVD/HD, SCART, VIDEO of S-VIDEO hebben voorrang op DVI, VGA. Wanneer
(Video waarnemen)
het invoersignaal HDMI, DVD/HD, SCART, VIDEO of S-VIDEO is, zal het beeldscherm wijzigen en de
ingang HDMI, DVD/HD, SCART, VIDEO of S-VIDEO houden.
CUSTOM DETECT
De prioriteit van invoersignalen instellen.
(Aangepast detecteren)
Wanneer CUSTOM DETECT is geselecteerd, zoekt het beeldscherm alleen naar vermelde ingangen.
OPMERKING: Het ingangssignaal OPTION (Optie) kan alleen worden ingesteld op PRIORITY 5
(Prioriteit 5).
INPUT CHANGE
Hiermee stelt u de snelheid in waarmee invoer moet worden gewijzigd.
(Invoerwijziging)
OPMERKING: Als QUICK (snel) is geselecteerd, kan het beeld mogelijk vervormd raken als het
invoersignaal wordt gewijzigd. Selecteer deze functie wanneer alle opties voor de invoer zijn ingesteld.
TERMINAL SETTING
(Terminalinstellig)
DVI MODE (DVI-modus)
Hiermee stelt u in u welk type DVI-D-apparatuur is aangesloten op de DVI-ingang.
Selecteer DVI-HD als een dvd-speler of computerapparatuur wordt aangesloten waarvoor HDCP-
verificatie vereist is.
Selecteer DVI-PC als computerapparatuur wordt aangesloten waarvoor geen HDCP-verificatie
vereist is.
D-SUB MODE
Hiermee selecteert u het type signaal voor de D-SUB-ingang.
(D-SUB-modus)
RGB: Analoge invoer (R, G, B, H, V)
COMPONENT: Component (Y, Cb/Pb, Cr/Pr)
SCART: SCART-signaal
VIDEO: Composietvideo (VIDEO)
S-VIDEO: Afzonderlijke video
HDMI SIGNAL
RAW: de functie voor uitbreiding uitschakelen.
(HDMI-signaal)
EXPAND (Uitbreiden): Hiermee wordt het beeldcontrast vergroot en worden details in donkere en
heldere gedeelten versterkt.
Nederlands-25
OFF
OFF
OFF
15
OFF
-
OFF
ENABLE
OFF
-
NONE
NORMAL
DVI-PC
RGB
EXPAND

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave