5
nderhoud en bediening
O
Waarschuwing:
Verzeker u ervan dat de netvoedingsgroep waaraan u werkt, uitgeschakeld is.
Het toestel moet geaard zijn.
5.1 Onderhoud
Vooral in stofrijke omgeving is het belangrijk de heater regelmatig schoon te maken. De wisselaar kan
door stofnesten sterk vervuild raken waardoor de warme lucht niet voldoende uit de heater zal worden
geblazen. Gebruik hiervoor een stofzuiger of perslucht. Let er op dat de lamellen niet beschadigen.
Reinig ook de ventilator en de korf.
5.2 Bediening
De luchtverwarmer wordt tijdens bedrijf bediend via de ruimtethermostaat en of de
bedieningsschakelaar van de ventilator. Er zijn geen bedieningselementen op het toestel zelf.
Afhankelijk van de installatie kan de gebruiker de volgende instellingen doen:
Hoofd of werkschakelaar bedienen
Ruimtethermostaat hoger en lager zetten
Aanlegthermostaat hoger en lager zetten
Ventilator stand veranderen met toerenregelaar of 0‐10V signaal.
Het regelen van de uitblaasrichting is normaal geen gebruikershandeling, dit wordt bij installatie
ingesteld.
5.3 Vorstschade
LET OP! Vorstschade!
Zet de thermostaat nooit lager dan 5 graden.
Bij bevriezing van de wisselaar en of leidingen gaat de installatie onherroepelijk defect. De CV‐installatie
moet dus ten alle tijde warm water kunnen leveren.
Vorstschade valt niet onder de garantie.
Instructieboek WWH-EC en WWH-LT Luchtverwarmer versie h
Pagina 15/17