Stapsgewijze instructies installatie
Bedrading aansluiten
Opmerking: Raadpleeg uw lokale elektricien of
de plaatselijke voorschriften voor de juiste
draaddikte voor de ingestelde stroomsterkte
van uw Wall Connector.
Opmerking: Het is de verantwoordelijkheid
van de installateur om te bepalen of extra
aarding vereist is om te voldoen aan de lokale
voorschriften. De aansluiting van aarde moet
bij de voedingsbron worden geïnstalleerd en
niet bij de kabelingang van de Wall Connector.
Opmerking: Bij driefasenbedrading moeten de
kabels worden aangesloten op L1, L2, L3,
nulgeleider en aarde van de schroef terminal.
Attentie: Sluit de bekabeling niet aan
voordat u de onderwerpen die worden
beschreven in Bedrading op pagina 7
volledig hebt gelezen en begrijpt.
1.
Schakel de stroom uit.
Attentie: GEVAAR VAN
ELEKTRISCHE SCHOK! Controleer
voordat u verdergaat eerst met een
voltmeter of de stroom is
uitgeschakeld: er mag GEEN
SPANNING aanwezig zijn op de
voedingskabel of aansluitklemmen.
2.
Bij installatie met aansluiting van boven,
trekt u de bedrading door de steun voor
aansluiting van boven. Gebruik een M32
kabelwartel om de kabelbuis of kabel af te
dichten.
Opmerking: De betekenis van de
draadkleuren kan per land verschillen.
Volg alle landelijke en lokale voorschriften
betreffende de kleurcodering van de
bedrading op.
18
De volgende afbeelding laat een
voorbeeld zien van de bedrading voor de
steun voor aansluiting van boven.
De volgende afbeelding laat een
voorbeeld zien van de bedrading voor de
platte steun.
3.
Strip de servicedraden die naar het
klemmenblok op de steun voor aansluiting
boven lopen op 8 mm. Adereindhulsen
worden aanbevolen.
Opmerking: Voor installatie met
aansluiting vanboven zijn de flexibele
draden van de steun voor aansluiting van
boven naar de behuizing al voorzien van
adereindhulsen, waardoor ze niet gestript
hoeven te worden.
4.
Voer de vooraf aangesloten servicedraden
in de hoofdbehuizing en sluit de vooraf
aangesloten servicedraden aan op het
hoofdklemmenblok (dwarsdoorsnede: 10
mm, diameter: 3,6 mm) waarbij de draden
voor L1, L2, L3, nul, en aarde naar de
posities gaan die in de volgende
afbeelding worden weergegeven.
Let op!: Strip alle draden en voer ze
volledig in het klemmenblok.