de brandstof wordt geleid. De primaire lucht is noodzakelijk voor het verbrandingsproces tijdens de ontsteking. De aslade moet regelmatig
worden leeggemaakt opdat de as de toevoer van primaire lucht niet belemmert. wanneer de hendel helemaal links is geplaatst, is de
regelklep gesloten; in de volledig rechtse positie is de regelklep geopend. De regelklep van de primaire lucht moet tijdens de verbranding
van hout slechts enigszins geopend zijn omdat het hout anders te snel verbrandt en de kachel oververhit kan raken (zie paragraaf wERKING).
2A - Regelklep SEcUNDAIRE lucht
Boven de deur van de vuurhaard bevindt zich de bedieningshendel van de secundaire lucht.
Ook deze regelklep moet geopend zijn (dus naar rechts verplaatst), in het bijzonder voor het verbranden van hout, zodat de onverbrande
koolstof geen naverbranding kan ondergaan (zie paragraaf wERKING).
De instelling van de regelkleppen die noodzakelijk is voor het verkrijgen van het nominale verwarmingsvermogen is de volgende:
Houtverbruik per uur in kg/h
cANDY
BRIGIttA
ROOKKANAAL
Essentiële vereisten voor een correcte werking van het apparaat:
• een interne doorsnede die bij voorkeur rond moet zijn;
• moet thermisch geïsoleerd en waterdicht zijn en vervaardigd met materiaal bestendig tegen hitte, de verbrandingsproducten en
eventuele condens;
• mag geen knelpunten hebben, moet verticaal zijn en mag niet meer dan 45° van de verticale richting afwijken;
• moet gereinigd worden indien reeds eerder gebruikt;
• Alle delen van de rookgasleiding moeten inspecteerbaar zijn;
• Voor inspectie moeten inspectie-openingen worden voorzien;
• moet voldoen aan de technische gegevens van de handleiding;
Indien de rookkanalen een vierkante of rechthoekige doorsnede hebben moeten de interne hoeken worden afgerond met een straal van niet
minder dan 20 mm. Voor de vierkante doorsnede moet de maximale verhouding tussen de wanden ≤ 1,5 zijn.
Een te kleine doorsnede veroorzaakt een verminderde trek. Een minimale hoogte van 4 m wordt aangeraden.
Aangezien ze de goede werking van het apparaat aantasten is het VERBODEN gebruik te maken van: vezelcement, verzinkt staal, ruwe en
poreuze interne oppervlakken. Op
Neem voor een correcte installatie de afmetingen van de schoorsteen, zoals voorzien in de tabel tEcHNIScHE GEGEVENS, in acht. Voor
installaties met andere afmetingen moet de schoorsteen gedimensioneerd worden volgens de Norm EN13384-1.
De door uw rookkanaal gegenereerde trek moet voldoende maar niet overdreven zijn.
Een te grote doorsnede van het rookkanaal kan een te groot te verwarmen volume teweegbrengen en dus problemen van de werking van
het apparaat veroorzaken; om dit te voorkomen moet het rookkanaal over zijn gehele lengte gekanaliseerd worden. Een te kleine doorsnede
veroorzaakt een verminderde trek.
LEt OP: bij het aansluiten van het rookkanaal en voor wat betreft ontvlambare materiaal moeten de bepalingen van de norm
UNI10683 in acht genomen worden. Het rookkanaal moet op voldoende afstand geplaatst worden tot ontvlambare materiaal
of brandstoffen door middel van een geschikte isolatie of een isolerende luchtlaag.
Het is VERBODEN in het rookkanaal leidingen van systemen of luchttoevoerleidingen te laten lopen. Bovendien is het verboden
op het rookkanaal vaste of beweegbare openingen aan te brengen om er andere apparaten op aan te sluiten (zie hoofdstuk
AANSLUITING OP HET ROOKKANAAL VAN EEN OPEN HAARD OF VUURHAARD).
ScHOORStEENPOt
De trek van het rookkanaal is ook afhankelijk van de geschiktheid van de schoorsteenpot.
Indien deze ambachtelijk vervaardigd wordt, is het derhalve noodzakelijk dat de uitgaande doorsnede overeenkomt met tweemaal de interne
doorsnede van het rookkanaal
De schoorsteenpot moet altijd hoger zijn dan de nok van het dak en moet de afvoer ook in aanwezigheid van wind kunnen waarborgen
(Afbeelding
3).
De schoorsteenpot moet voldoen aan de volgende eisen:
• Een interne doorsnede hebben die gelijk is aan die van de schoorsteen.
• Een nuttige uitgangsdoorsnede hebben van tweemaal de interne doorsnede van het rookkanaal.
• zo vervaardigd zijn dat het binnendringen van regen, sneeuw of vreemde voorwerpen in het rookkanaal onmogelijk is.
• moet eenvoudig te controleren zijn in het geval van eventuele onderhouds- en reinigingswerkzaamheden.
AANSLUItING OP DE ScHOORStEEN
De apparaten met een automatisch sluiting van de deur (type 1) moeten om veiligheidsredenen verplicht functioneren met de gesloten deur
van de vuurhaard (met uitzondering van de fase voor het laden van brandstof of de eventuele verwijdering van de as).
De apparaten met niet-automatisch sluitende deuren (type 2) moeten worden aangesloten op een eigen rookkanaal. De werking met
geopende deur is alleen onder strikt toezicht toegestaan.
De pijp voor de aansluiting op de schoorsteen moet zo kort mogelijk zijn, recht, horizontaal of enigszins stijgend en moet luchtdicht zijn.
De aansluiting op het rookkanaal moet worden uitgevoerd met stevige en robuuste pijpen die voldoen aan alle huidige normen, voorschriften
en wettelijke bepalingen, en moeten luchtdicht op de schoorsteen worden aangesloten.
8
(Afbeelding
6).
PRIMAIRE lucht
2
Afbeelding 6
Afbeelding 1
worden enkele voorbeelden voor oplossingen getoond.
(Afbeelding
2).
SEcUNDAIRE lucht
pos. 1
Afbeelding 6
1/4 GEOPEND
NEDERLANDS
tERtIAIRE lucht
pos. 3
VOORINSTELLING
GEOPEND
VOORINSTELLING