Installatie
4.
5.
6.
7.
8.
6.3.3
De optionele externe luchttoevoer aansluiten (aansluiting onderzijde)
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
6.3.4
De rookgaspijp aansluiten
Het toestel kan op stalen pijpen, dubbelwandige geïsoleerde roestvrijstalen rookkanalen
en flexibele roestvrijstalen rookkanalen worden aangesloten.
28
Bepaal de locatie in de buitenwand voor de inlaat van de externe
verbrandingsluchttoevoer.
Maak een gat met een minimumdiameter van 80 mm in de buitenwand.
Plaats een flexibele aluminium buis in het gat.
Plaats een rooster in het gat in de buitenwand en bevestig de flexibele aluminium
buis eraan.
Bevestig het andere uiteinde van de flexibele aluminium buis op de kraagring.
Gebruik een slangklem.
Opmerking:
•
Op het toestel kan een toevoerpijp voor externe verbrandingslucht worden
aangesloten. Het toestel haalt tijdens gebruik verbrandingslucht uit dit
luchtkanaal. Het toestel is echter geen gesloten toestel volgens de eisen
voor gesloten toestellen.
•
De aansluiting voor externe luchttoevoer is alleen beschikbaar als deze bij
het toestel is besteld.
•
U wordt met klem geadviseerd een klep in de externe verbrandingslucht-
toevoerpijp te plaatsen om rommel in de pijp en condensatie van
waterdamp in het toestel als het niet wordt gebruikt te voorkomen.
Verwijder de ronde uitbreekplaat aan de onderzijde van het toestel met een hamer.
Plaats de kraagring in de open externe luchtinlaatopening.
Buig de 3 lipjes op de kraagring naar buiten om de kraagring op de inlaatopening te
bevestigen.
Bepaal de locatie in de vloer voor de externe verbrandingsluchttoevoerinlaat.
Maak een gat met een minimumdiameter van 80 mm in de vloer.
Plaats een flexibele aluminium buis in het gat.
Bevestig het andere uiteinde van de flexibele aluminium buis op de kraagring.
Gebruik een slangklem.
Unilux-7 55