Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Sectie 3 Onderhoud En Problemen Oplossen; Model Ss4-A/-A2 Detector Fouten; Van Vensters Voorziene Behuizingen En Detectors Reinigen - Honeywell Fire Sentry SS4-A Installatie- En Bedieningshandleiding

Multispectrum digitale elektro-optische branddetector
Inhoudsopgave

Advertenties

Model SS4-A/-A2 Multispectrum digitale elektro-optische branddetector
Installatie- en bedieningshandleiding
MAN0931_V3_1510-001_RevH_06-13
3.1

Model SS4-A/-A2 detector fouten

De Model SS4-A/-A2 detector geeft een fouttoestand (of probleem) aan door het foutrelais te ontkrachtigen
(J5 connector). Hieronder vindt u detectorfouten:
a. Temperatuurfout: De detector geeft een foutmelding als de interne temperatuur tijdens bedrijf
boven 85°C komt of onder -40°C zakt, waardoor beide LEDs snel gaan knipperen. Na corrigerende
acties voor dit type fout is hercertificering door de fabriek vereist.
b. Te hoge ingangsspanning fout: de detector geeft een foutmelding als de ingangsspanning te hoog
is (hoger dan 45 volt), waardoor beide LEDs snel gaan knipperen. Na corrigerende acties voor dit
type fout is hercertificering door de fabriek vereist.
c. Lage ingangspanning fout: de detector geeft een foutmelding als de ingangsspanning te laag is.
De gebruiker moet het voltage tussen pin 1 en 4 van de voedingsconnector J1 of J2 controleren. In
dit geval blijft één LED branden tot de fout is opgelost. Als het voltage onder 15 volt zakt, moet de
gebruiker de bedrading en de voeding controleren.
d. Geen spanning fout: de detector geeft een foutmelding als de ingangsspanning wordt onderbroken
of wordt uitgezet, waardoor de LED-lampjes niet meer branden. De gebruiker moet het voltage
tussen pin 1 en pin 4 van de voedingsconnector J1 of J2 meten. Als er geen of een heel laag voltage
wordt gemeten, moet de gebruiker de bedrading en de voeding controleren.
e. Detectorfout: de detector geeft een foutmelding als de optische sensoren de ingebouwde 'door-de-
lens' test niet doorstaan. In dit geval blijft één LED branden tot de fout is opgelost. De gebruiker
moet eerst zowel de binnenzijde als de buitenzijde van de lens grondig reinigen en vervolgens het
blootgestelde oppervlak van de sensoren van de detector en de beschermende grille die op de
buitenzijde van het behuizingdeksel is bevestigd reinigen. Als de fout niet is opgelost nadat de
detector weer in elkaar is gezet en 10 tot 15 minuten aanstaat, kan fabrieksonderhoud nodig zijn.
f. Relaisfout: de detector geeft een foutmelding als een van de relaiscircuits niet naar behoren
functioneert. In dit geval blijft één LED branden tot de fout is opgelost. De gebruiker moet de eenheid
naar de fabriek retourneren voor onderhoud.
g. Zelfcontrolefout: de detector geeft een foutmelding als de interne microprocessor een fout
waarneemt tijdens zelfcontrole van de hardware en software. In dit geval blijft één LED branden tot
de fout is opgelost. Aan dit type fout kunnen allerlei redenen ten grondslag liggen. De gebruiker
moet de aarding van het apparaat controleren en controleren of er geen ruis op de voedingskabels
zit. Als de fout aanhoudt, moet de gebruiker de detector naar de fabriek sturen voor onderhoud.
h. Analoge '0'-spanning: alle bovenstaande fouten zullen leiden tot een verlies aan uitgangsspanning
(0 + 0,6mA) met de 4-20 mA module-optie.
3.2

Van vensters voorziene behuizingen en detectors reinigen

Het optische venster (de lens) van de model SS4-A/-A2 detector moet periodiek worden gereinigd volgens
een regelmatig schoonmaakrooster. Voor toepassing in schone ruimtes, is een maandelijks
schoonmaakschema misschien voldoende. Voor extreem verontreinigde toepassingsomgevingen, zoals
tankstations voor vrachtwagens waar zwarte koolstofrook voorkomt, kan dagelijkse reiniging nodig zijn.
Reinig het venster van de detectors steeds als het wordt aangeraakt, het venster vuil oogt, de ingebouwde
test niet wordt doorstaan of als de detector een end-to-end test met een in de hand gehouden UV/IR-
testlamp FT-2045 of FT-2145 niet doorstaat. Reinig indien nodig steeds als de detector uit elkaar is
gehaald voor bedrading of vervanging de sensoren van de detectormodule.
Spuit het venster van de behuizing schoon met schone lucht of gebruik een vetvrije doek. Vet vermindert
de prestaties van uv-detectors. Af en toe kan een oplosmiddel, zoals alcohol, worden gebruikt. Het is niet
nodig om de detector uit elkaar te halen.
GEBRUIK GEEN RUITENREINIGERS OP SILICONENBASIS OF COMMERCIËLE
RUITENREINIGERS. DEZE ZULLEN DE WERKING VAN DE MODEL SS4-A/-A2
ONDERHOUD EN PROBLEMEN OPLOSSEN
DETECTOR VERMINDEREN.
SECTIE 3
13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Fire sentry ss4-a2Ss4-asSs4-as2

Inhoudsopgave