Wordt de vinger geweigerd, brandt tevens – in aanvulling op de gele LED
– kortstondig de rode LED.
Wordt de vinger te snel over de sensor getrokken gaan de rode en gele
LED onmiddellijk branden, zonder dat de gele LED knippert.
Wanneer een vinger niet wordt herkend, kan dat de volgende oorzaken
hebben:
•
De vingerafdruk is niet opgeslagen.
•
De vinger is vuil of heeft een wondje.
•
De vinger werd te snel, te langzaam of niet in dezelfde positie als
bij het opslaan in het geheugen over de sensor getrokken.
•
De opgeslagen vinger heeft te weinig evalueerbare kenmerken.
In dat geval dient een andere vinger van dezelfde persoon te
worden opgeslagen die betere kenmerken heeft
4.1. Mastervinger opslaan
Afb. 4: Overzicht Mastervinger opslaan
Bij inbedrijfstelling of na het wissen van alle vingers moeten drie
mastervingers worden opgeslagen. Elk van de drie mastervingers moet
daartoe drie keer met succes worden ingelezen. De vingerscan met de
beste kwaliteit wordt opgeslagen. Wanneer slechts één persoon het
toestel beheert, kunnen ook drie vingers van dezelfde persoon worden
opgeslagen.
Met de mastervinger kunnen gebruikersvingers opgeslagen en gewist
worden. Aan de mastervinger wordt geen toegangsautorisatie
toegewezen.
Wordt een vinger tijdens het opslaan niet goed genoeg gescand,
knippert de rode LED en de vinger moet dan opnieuw over de sensor
worden getrokken.
Het toestel staat in de fabrieksstand. Alle LEDs knipperen.
•
Eerste vinger over de sensor trekken.
De gele en de groene LED knipperen ca. 2 seconden. De rode LED
brandt continu.
Biometrisch Identificatiesystem
rode
gele
groene
rode
gele
groene
Art. nr.: ..BIS 50..
4