THX-CDL - Bediening
Begintijd ontdooi cyclus 1 - 6
Wanneer de ontdooiduur, eindtemperatuur en rustperioden zijn ingesteld, gelden deze voor alle begintijden binnen die ontdooigroep.
Een ontdooi cyclus is uit (inactief) als de weergave voor deze cyclus leeg is.
Selecteer 'Cycle 1 - 6' (cyclus 1 - 6) door middel van de toets
en stel de vereiste begintijd in door middel van de
M
toetsen
en
.
3.3 Ontdooi cyclus 7- 12
Druk vanuit het Main Screen (hoofdscherm) twee keer op de toets
om naar defrost settings cycle (instellen ontdooi cyclus)
7 – 12 te gaan.
Duur ontdooi cyclus 7 - 12
Hier kan de duur van de ontdooi cycli worden ingesteld.
M
Selecteer 'Duration' (duur) door middel van de toets
en stel de vereiste ontdooiduur in door middel van de toetsen
en
.
Ontdooien eindtemperatuur cyclus 7 - 12
Als de verdamper temperatuur deze ingestelde waarde overschrijdt tijdens een ontdooi cyclus, zal deze ontdooi cyclus worden beëindigd.
M
Selecteer 'TRM' (eindigen) door middel van de toets
en stel de vereiste temperatuur in door middel van de toetsen
en
.
Ontdooien rusten cyclus 7 - 12
Na een ontdooi cyclus, ongeacht of de cyclus is beëindigd door de tijd of door de temperatuur, kan een rustperiode worden
geprogrammeerd (voor het afvoeren van het water), of ingesteld op '0' (geen rustperiode).
M
Selecteer 'Dwell' (rusten) door middel van de toets
en stel de vereiste tijdsduur in door middel van de toetsen
en
.
17
TempControl