Ventilatorsnelheid instellen
De volgende tabel geeft een overzicht van de
ventilatorsnelheden:
Bedrijfsmodus Beschrijving
Auto
Regeling van de ventilatorsnelheid
in relatie tot de
ruimteluchtvochtigheid.
Bij het bereiken van 50%
luchtvochtigheid stopt het
apparaat. Het werkt verder, zodra
de gemeten luchtvochtigheid
onder 50% daalt.
Nacht-modus
Het apparaat werkt in de
nachtmodus. De LED-verlichting
van het bedieningspaneel wordt
gedimd. De ventilator draait op
het laagste snelheidsniveau.
Bij het bereiken van 50%
luchtvochtigheid stopt het
apparaat. Het werkt verder, zodra
de gemeten luchtvochtigheid
onder 50% daalt.
Ventilator max De ventilator draait op het
maximale snelheidsniveau,
onafhankelijk van de
ruimteluchtvochtigheid.
Ventilator med De ventilator draait op het
middelmatige snelheidsniveau,
onafhankelijk van de
ruimteluchtvochtigheid.
Ventilator min De ventilator draait op het laagste
snelheidsniveau, onafhankelijk
van de ruimteluchtvochtigheid.
1. Druk op de toets Ventilatorsnelheid (20), tot de gewenste
ventilatorsnelheid is ingesteld.
ð De bijbehorende indicatie brandt.
De plasmagenerator in- of uitschakelen
De plasmagenerator kan indien nodig worden in- of
uitgeschakeld.
1. Druk op de toets Plasmagenerator (30) voor het in- of
uitschakelen van de plasmagenerator.
ð Is de plasmagenerator ingeschakeld, brandt de indicatie
Plasmagenerator (29).
ð Wordt de plasmagenerator uitgeschakeld, gaat de
indicatie Plasmagenerator (29) uit.
NL
Water bijvullen
Water bijvullen, als de indicatie Waterreservoir (17) brandt.
Opmerking:
Na ca. één week bedrijf, moet het waterreservoir worden
Display
gereinigd, voordat vers drinkwater wordt bijgevuld. Meer
informatie over de reiniging van het waterreservoir vindt u in het
hoofdstuk onderhoud.
1. Druk op de toets Power (13).
ð Het apparaat schakelt uit.
2. Trek de netstekker uit het stopcontact.
3. Verwijder het bovengedeelte van het waterreservoir.
4. Het waterreservoir vullen met vers drinkwater.
ð Het vulpeil moet onder de vulpeillijn in het
waterreservoir liggen.
5. Controleer of de SecoSan
locatie in het waterreservoir ligt.
6. Plaats het bovengedeelte op het waterreservoir.
ð Het display op het bovengedeelte en het logo op het
ondergedeelte moeten in dezelfde richting wijzen.
7. Controleer of het boven- en ondergedeelte correct met
elkaar zijn verbonden, omdat het apparaat anders niet kan
worden ingeschakeld.
8. Steek de netstekker in een voldoende afgezekerd
stopcontact.
9. Druk op de toets Power (13).
ð Het apparaat wordt weer ingeschakeld.
Buiten gebruik stellen
• De stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken
door de stekker vast te pakken.
• Leeg en reinig het waterreservoir.
• Verwijder evt. de SecoSan
• Reinig het bovenste ventilatierooster volgens het hoofdstuk
onderhoud.
• Het apparaat opslaan volgens het hoofdstuk opslag.
Nabestelbare accessoires
Aanduiding
®
SecoSan
luchtwasser AW 20 S
®
Stick (optioneel) op de juiste
®
Stick.
Artikelnummer
Stick 10
6.100.004.110
7