7. VEILIGHEIDSAFSTANDEN SGT BEDIENDE PALLETSTELLINGEN.
•
Horizontale en verticale veiligheidsafstanden in een sectie - NEN-EN 15620 §6.4.2
1.
Ligger in situatie zonder
doorbuiging
•
Horizontale veiligheidsafstanden in de dwarsrichting - NEN EN 15620 §6.4.3
Z
= 50
2
Z
met vaste slag = 50 – 75
2
a = Minimale veiligheidsafstand; te bepalen door truckleverancier.
(*) De minimale gangpadbreedte is afhankelijk van:
De werkelijke afmetingen truck,
o
De werkelijke afmetingen van de pallets en de belading,
o
De positie van de pallet op de truck. Opgave truck leverancier.
o
ATTENTIE:
Gebruik van de palletstelling, door daartoe opgeleide heftruckchauffers, in overeenstemming met
o
de RVHM 1995.
Maatvoering inrijtrechters (opgave truckleverancier)
o
Minimaal vereiste gangbreedte "transfer"-gang (opgave truckleverancier)
o
Gebruikershandleiding NEDCON Palletstelling
Deze schematische tekening is een voorbeeld
voor 2 pallets per vak. Indien meer pallets, dan
ook meer X
Y
heffen in geval de SGTwordt geleid door een
rail.
2.
Pallet met overstekende
goederen
mm
Z
mm
Z
|
2022.10
(SGT = Smalle Gangen Truck)
Man Up
klasse 300A
Liggerniveau
X
,X
,
3
4
Y
n
X
, X
5
6
t.o.v. de vloer
(mm)
(mm)
3000
75
6000
75
9000
75
12000
75
15000
75
- en X
- situaties.
4
6
= minimaal vereiste hoogte om de pallet te
b
3.
≥ 2* Z
1
≥ Z
3
2
Man Down
klasse 300B
Y
X
,X
,
Y
3
3
4
3
X
, X
5
6
(mm)
(mm)
(mm)
75
75
75
75
75
100
75
75
125
75
100
150
75
100
175
Pallet zonder
overstekende goederen
(min. 100mm)
2
(min. 50mm)
9
|
12