Bedieningshandleiding
FUNCTIETESTS
De machinefuncties testen
28 Druk de voetschakelaar in.
29 Activeer elke joystick voor machinefuncties of
elke tuimelschakelaar.
Resultaat: Alle arm-/platformfuncties dienen een
volledige cyclus te doorlopen.
Machines uitgerust met de functie Platform-
nivellering uitschakelen: De platform-
nivelleringstuimelschakelaar werkt niet als de
primaire arm is geheven of uitgeschoven of als de
secundaire arm voorbij de rijsnelheid-
eindschakelaars is geheven.
De stuurinrichting testen
30 Druk de voetschakelaar in.
31 Druk de duimschakelaar bovenop de rij-joystick
in de richting aangegeven door de blauwe
driehoek op het bedieningspaneel OF verplaats
de joystick langzaam in de richting aangegeven
door de blauwe driehoek.
Resultaat: De stuurwielen dienen in de richting
te draaien waarheen de blauwe driehoeken op
het rijchassis wijzen.
32 Druk de duimschakelaar bovenop de rij-joystick
in de richting aangegeven door de gele driehoek
op het bedieningspaneel OF verplaats de
joystick langzaam in de richting aangegeven
door de gele driehoek.
Resultaat: De stuurwielen dienen in de richting
te draaien waarheen de gele driehoeken op het
rijchassis wijzen.
20
Het rijden en remmen testen
33 Druk de voetschakelaar in.
34 Verplaats de rij-joystick langzaam in de richting
aangegeven door de blauwe pijl op het
bedieningspaneel tot de machine gaat rijden en
zet de joystick vervolgens weer in de middelste
stand.
Resultaat: De machine dient zich te bewegen in
de richting waarnaar de blauwe pijl op het
rijchassis wijst en vervolgens abrupt te stoppen.
35 Verplaats de rij-joystick langzaam in de richting
aangegeven door de gele pijl op het
bedieningspaneel tot de machine begint te rijden
en zet de joystick vervolgens weer in de
middelste stand.
Resultaat: De machine dient zich te bewegen in
de richting waarnaar de gele pijl op het
rijschassis wijst en vervolgens abrupt te
stoppen.
Let op: De remmen dienen de machine tegen te
houden op elke helling die deze kan beklimmen.
Het rij-inschakelsysteem testen
36 Druk de voetschakelaar in en laat de arm neer in
de transportstand.
37 Draai de draaitafel tot de
primaire arm voorbij een van
de achterwielen beweegt.
Resultaat: Het indicatielampje
'rijden ingeschakeld' dient te
gaan branden en te blijven
branden zolang de arm zich
waar dan ook in het
weergegeven gebied bevindt.
Genie Z-60/34
Vierde uitgave • Eerste druk
Onderdeelnr. 82315DU