Download Print deze pagina

Modulift 110 Gebruikershandleiding pagina 2

Advertenties

GEBRUIKERSHANDLEIDING
MOD 110
TABLE 2: Veilige werklast versus lengte.
45˚ STV
Lengt
SWL
Min Top
/m
/ t
sling
β = buitenhoek "sling tot verticaal"
lengte / m
2
110
1.5
EU
2.5
110
1.8
EU
3
110
2.2
EU
3.5
110
2.5
EU
4
110
2.9
EU
4.5
110
3.2
EU
5
110
3.6
EU
5.5
110
3.9
EU
6
110
4.3
EU
6.5
109
4.6
EU
7
106
5.0
EU
7.5
102
5.3
EU
8
98
5.7
EU
8.5
93
6.0
EU
9
88
6.4
EU
9.5
83
6.8
EU
10
78
7.1
EU
10.5
72
7.5
EU
11
66
7.8
EU
11.5
62
8.2
EU
12
58
8.5
EU
12.5
53
9.0
EU
13
48
9.5
EU
13.5
45
9.75
EU
14
43
10.0
EU
14.5
39
10.25
EU
15
35
10.5
EU
15.5
33
11.0
EU
16
31
11.5
EU
Aanbevolen bovenste stroppen zijn: polyester rondstroppen, staalstroppen met flexibele lussen en kettingen met kleine eindkoppelingen.
Indien staalkabels met kous worden gebruikt mag de buitenhoek β niet meer dan 30 graden bedragen.
Er bestaan nog andere stroppen, deze zijn echter niet allemaal geschikt vanwege de afmetingen. Dit geld met name voor grotere haken en
voor kabel-eindverbindingen.
NB: Langere bovenste stroppen kunnen een grotere speling opleveren. Raadpleeg uw Modulift leverancier in geval van twijfel.
MONTAGEPROCEDURE.
1.
Controleer de typeplaten op alle Modulift onderdelen om er zeker te zijn dat de juiste maten worden ingezet.
2.
Leg de tussenstukken en de eindunits in de juiste configuratie (zie tabel 2) op een vlakke ondergrond om wegrollen te voorkomen.
3.
Controleer dat alle flenzen schoon zijn (vrij van zand en of vuil) voordat de delen worden gemonteerd.
4.
Monteer de componenten met behulp van de bijgeleverde bouten, moeren en sluitringen. Draai de bouten vast met een koppel
zoals aangegeven op de keerzijde van deze handleiding, 6 bouten per verbinding*.
5.
Plaats het verbindingsstuk in de uitsparing van een eindunit, plaats het grotere gat in lijn met het gat in de eindunit.
6.
Plaats een van de bovenste stroppen op de bovenste harpsluiting en plaats de harpsluiting met beide uiteinden over de eindunit (zie
afbeelding rechts van tabel 1).
7.
Duw de pen van de bovenste harpsluiting door de harpsluiting, door het gat van de eindunit en het verbindingsstuk. Herhaal deze
procedure voor het andere uiteinde van de spreader.
8.
Bevestig de vrije uiteinde van de bovenste stroppen aan de kraanhaak.
9.
Bevestig de onderste stroppen en de harpsluitingen in de onderste gaten van de verbindingsstukken en daarna aan de te hijsen last.
10. De gemonteerde spreader en bijbehorende hijsmiddelen moeten voor aanvang van de werkzaamheden door een daartoe
deskundig persoon worden gecontroleerd.
WAT WEL EN WAT NIET TE DOEN
• De spreader mag uitsluitend via de verbindingsstukken worden belast. E.e.a. zoals aangegeven in Fig. 1.
• Zorg voor voldoende afstand tussen de spreader en de last of eventuele obstakels. Elk contact met de
spreader kan de spreader beschadigen.
• Zorg voor een correcte inzet van de bovenste stroppen, deze mogen niet onnodig gedraaid zijn.
• Bevestig geen last aan de tussenstukken van de spreader of aan de flenzen.
• De veilige werklast (SWL) in relatie met de lengte van de spreader mag niet overschreden worden.
Volg de waardes uit tabel 2.
• De hoek van de onderste stroppen mag niet meer dan 6 graden zijn t.o.v. de verticaal.
• Bij het manipuleren van lange lasten dient de beweging van de last met behulp van touwen te worden gecontroleerd.
• Losse componenten kunnen zwaar zijnen dienen met zorg te worden verplaatst.
*Aantal en klasse van de bouten is van doorslaggevend belang voor een veilig gebruik van de spreader, met name bij grotere lengtes
Aanbevolen configuratie
EU = eindstukken (1 meter)
Lengt
/ m
EU
2
0.5
EU
2.5
1
EU
3
1
0.5
EU
3.5
2
EU
4
2
0.5
EU
4.5
2
1
EU
5
0.5
2
1
EU
5.5
2
2
EU
6
2
2
0.5
EU
6.5
2
2
1
EU
7
0.5
2
2
1
EU
7.5
2
2
2
EU
8
0.5
2
2
2
EU
8.5
2
2
2
1
EU
9
0.5
1
4
2
EU
9.5
4
4
EU
10
4
4
0.5
EU
10.5
4
4
1
EU
11
0.5
4
4
1
EU
11.5
2
4
4
EU
12
2
4
4
0.5
EU
12.5
2
4
4
1
EU
13
2
4
4
1
0.5
EU
13.5
4
4
4
EU
14
0.5
4
4
4
EU
14.5
4
4
4
1
EU
15
0.5
4
4
4
1
EU
15.5
4
4
4
2
EU
16
30˚ STV
SWL
Min Top
/ t
Sling
lengte / m
110
2
110
2.5
110
3
110
3.5
110
4
110
4.5
110
5
110
5.5
110
6
110
6.5
110
7
110
7.5
110
8
110
8.5
110
9
SPELING
110
9.5
110
10
110
10.5
110
11
107
11.5
100
12
92
12.5
•Max toegestane aantal tussenstukken voor
84
13
een spreader: 5
80
13.5
•Langere tussenstukken dienen in het midden
75
14
van de spreader te worden gemonteerd.
69
14.5
•De aanslaghoek is cruciaal voor een veilig
62
15
gebruik van de spreader
58
15.5
53
16
De gebruiker dient ervoor te
zorgen dat de aangegeven
speling tussen het uiteinde van
de strop en de eindunit wordt
aangehouden zoals aangegeven
SPELING
MOD 110 UK 2015

Advertenties

loading