VUL- EN AFTAPKRAAN
SERIE S1493
MONTAGEHANDLEIDING
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Product
Toepassingsgebied
Montagewijze
Max. werkdruk
Max. testdruk
Bedrijfstemperatuur
Doorlaat
Spindelafdichting
Schroefdraad
Handgreep
Vul- en afaansluiting
Lekdichtheid
MATERIALEN
Huisdelen
Kogels
Spindel
Afdekkap
Handgreep
Zittingen
O-ringen
ATTENTIE
Bestudeer zorgvuldig deze montagehandleiding voor aanvang
van de installatie of onderhoud van de kogelkraan. Bewaar deze
montagehandleiding voor de toekomst.
Verzeker u ervan dat de gekozen plaats van installatie voldoet aan de
geldende installatievoorschriften, werkbladen en veiligheidsnormen
voordat u met de installatie aanvangt.
Raadpleeg een erkend installateur indien u twijfelt bij de installatie van
de kogelkraan en/of toebehoren.
B
: Vul- en aftapkraan
: Solar- en warmtepompinstallaties
: Alle posities
: 10 bar
: 16 bar (+20°C, non-shock)
: Min. -15°C / max. +120°C (5 bar)
: Volle doorlaat
: 2 O-ringen
: Conform ISO 228
: Demontabel, toont positie kogel
: 3/4" bui. dr.
: 100% getest op lekdichtheid
: Messing (EN 12165 / EN 12164)
: Messing (EN 12164), verchroomd
: Messing (EN 12164)
: Messing (EN 12164)
: Kunststof (PP)
: "Pure" Teflon® (PTFE)
: EPDM (Special)
TOEPASSINGEN
•
De kogelkranen zijn geschikt voor toepassing in alle solar- en
warmtepompinstallaties met een werkdruk van maximaal 10 bar
en een temperatuur van -15°C tot +120°C.
•
Gebruik van de kranen in leidingwatersystemen met een continue
temperatuur hoger dan 65°C is mogelijk, doch dit heeft invloed op
de duurzaamheid van onderdelen, alsmede op de temperatuur van
het bedieningsorgaan.
•
Vermijd bevriezing of blootstelling aan extreme temperatuur
veranderingen van de kogelkraan in gesloten stand en gevuld met
vloeistof. Dit kan de kogelkraan ernstig beschadigen.
•
Toepassing in specifieke omstandigheden zoals gebruik als
inregelafsluiter, in combinatie met viscose of schurende
vloeistoffen, hoge drukverschillen, of in agressieve omgevingen
(ammoniak, aminen, chloor, zwaveldioxide, etc.) kan de kogelkraan
ernstig beschadigen.
OPSLAG
De kogelkranen dienen in volledig geopende of gesloten staat te
worden opgeslagen, beschermd tegen stof en vuil.
MONTAGE
•
Controleer of de kogelkraan geschikt is voor de van toepassing
zijnde installatieparameters (druk, temperatuur, medium). Raadpleeg
bij twijfel onze website op www.raminex.nl of neem contact met
ons op.
•
Neem bij installatie de stromingsrichting in acht zoals weergegeven
op de kogelkraan middels een pijl.
•
Controleer of de leidingen in één lijn liggen.
•
Gebruik uitsluitend passend gereedschap.
•
Bij montage van de kogelkraan mag alléén het sleutelvlak aan de
zijde van de te monteren leiding gebruikt worden. In géén geval
mag het sleutelvlak aan de andere zijde gebruikt worden. Dit kan
de kogelkraan ernstig beschadigen.
•
Montagevoorschrift voor knelaansluiting: (1) pijp inkorten, (2)
ontbramen, (3) pijp tot stootrand insteken, (4) wartelmoer handvast
aandraaien, (5) moer met sleutel aantrekken volgens onderstaand
voorschrift.
Aantal aandraaislagen (360°)
Buis type Ø [mm]
Koper (R250 / EN 1057 / Kiwa)
RVS (Kiwa BRL-K762/02)
Dunwandig staal (EN 10305-3)
•
Vermijd een excessief aandraaimoment bij de montage. Dit kan de
kogelkraan ernstig beschadigen.
•
Voor de afdichting van kogelkranen met binnendraad adviseren wij
vloeibare Loctite sealant met Kiwa / Gastec Qa keur. Bij gebruik van
teflontape niet meer dan 4 lagen aanbrengen om de beschadiging
van de kogelkraan te voorkomen.
•
Controleer de installatie op lekdichtheid conform de geldende
voorschriften/werkbladen.
Z1
Z2
L1
L2
Ø12
Ø15
Ø22
1
1
¾
1
1
¾
1
1
¾
DN20
NL
Ø28
¾
¾
¾