7.3 De werkruimte.
De opstellingsplaats moet:
-
trillingvrij,
-
droog,
-
vrij zijn van agressieve gassen en dampen,
-
vrij zijn van minerale stoffen,
-
goed te ventileren zijn.
7.4 Elektrische installatie.
De elektrische installatie in de werkruimte moet voldoen aan de algemeen geldende
voorschriften, en overeenstemmen met de aanduidingen op de machine.
1. Technische gegevens.
•
Bedien de schakelaar zo, dat deze uitgeschakeld is!
zie punt 8.3 Uitschakelen van de machine.
•
Steek de stekker in de contactdoos.
Leg de kabel zo:
-
Dat men er geen hinder van ondervindt tijdens het werk.
-
Dat men er niet over struikelen kan.
-
Dat deze niet geknikt of beschadigd wordt.
8.0 In en uit bedrijf nemen.
8.1 Ingebruikname van de machine.
Wij gaan er van uit:
-
dat men de voorgaande alinea's gelezen hebt, ( in het bijzonder hoofdstuk 5.
veiligheidvoorschriften ). Zoniet, doe het dan nu en keer daarna naar dit deel terug.
-
dat de machine goed is opgesteld, geïnstalleerd en aangesloten is!