Defecten en storingen
Het apparaat is tijdens de productie meerdere keren op een
goede werking getest. Mochten er desondanks storingen
ontstaan, controleer het apparaat dan op basis van de volgende
lijst.
Het apparaat start niet:
• Controleer de netaansluiting.
• Controleer het netsnoer en de netstekker op
beschadigingen.
• Controleer de afzekering van de gebouwinstallatie.
• Controleer of de oververhittingsbeveiliging is geactiveerd,
zie het hoofdstuk veiligheid.
• Wacht 10 minuten, voordat u het apparaat opnieuw start.
Mocht het apparaat niet opstarten, laat dan een elektrische
controle uitvoeren door gespecialiseerd bedrijf of door
Trotec.
De ventilator gaat niet draaien:
• Controleer of het apparaat is ingeschakeld.
• Controleer de stroomvoorziening en controleer of de
stekker of de kabel defect is.
Het apparaat maakt herrie, resp. trilt:
• Controleer of het apparaat rechtop en stabiel staat.
• Controleer of het apparaat correct is geassembleerd.
Werkt uw apparaat na deze controles nog niet
probleemloos?
Neem contact op met de klantenservice. Evt. het apparaat voor
reparatie naar een geautoriseerd elektrotechnisch vakbedrijf of
naar Trotec brengen.
NL
Onderhoud
Werkzaamheden voor aanvang van het onderhoud
Waarschuwing voor elektrische spanning
Raak de netstekker niet aan met vochtige of natte
handen.
• Schakel het apparaat uit.
• De stekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken
door de stekker vast te pakken.
Behuizing reinigen
Reinig de behuizing met een vochtige, zachte en pluisvrije doek.
Zorg dat er geen vocht in de behuizing komt. Zorg dat
elektrische onderdelen niet in contact komen met vocht.
Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen, zoals
reinigingssprays, oplosmiddelen, alcoholhoudende
reinigingsmiddelen of schuurmiddelen voor het bevochtigen van
de doek.
Ventilatorbladen reinigen
ü Het apparaat is uitgeschakeld.
ü De netstekker van het netsnoer is uit het stopcontact
getrokken.
1. Verwijder het beschermrooster volgens de instructies in
het hoofdstuk montage en in gebruik nemen.
2. Reinig de ventilatorbladen met een vochtige, zachte en
pluisvrije doek. Zorg dat geen vocht in de behuizing komt.
Zorg dat elektrische onderdelen niet in contact komen met
vocht. Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen, zoals
reinigingssprays, oplosmiddelen, alcoholhoudende
reinigingsmiddelen of schuurmiddelen voor het
bevochtigen van de doek.
• Het apparaat is verder onderhoudsvrij.
statiefventilator TVE 15 S / TVE 17 S
9