6 Houd de firmware van de drone up-to-date.
6 Controleer de drone en propellers op defecten en/of schade voor
elke vlucht.
6 Controleer de omgeving op obstakels en zendmasten.
6 Niet geschikt voor kinderen onder de veertien jaar.
Tijdens het vliegen
6 Volg de lokaal geldende wet- en regelgeving omtrent het gebruik van
drones.
6 Houd omstanders op gepaste afstand.
6 Verlies de drone niet uit het oog.
6 Gebruik de drone alleen bij daglicht.
6 Vlieg niet boven mensen, (spoor)wegen en gebouwen.
6 Let op het batterijniveau en keer op tijd terug.
Na het vliegen
6 Schakel de drone uit en verwijder de accu.
6 Maak de drone schoon en droog.
6 Berg de drone zorgvuldig op.
6