6
Inbedrijfstelling van de omvormer
6.1
Veiligheidstest vóór inbedrijfstelling
ATTENTIE
Controleer het spanningsbereik
•
Controleer of de DC- en AC-spanningen binnen het
toegelaten bereik van de omvormer liggen.
6.2
Controles voordat u de omvormer inschakelt
Zorg ervoor dat de omvormer en alle bedrading correct, veilig en
betrouwbaar zijn geïnstalleerd en dat aan alle omgevingsvereisten is
voldaan.
1.
de omvormer is stevig op de wandhouder aan de muur bevestigd;
2.
de PV+ / PV- draden zijn stevig aangesloten, en de polariteit en
spanning zijn correct;
3.
de BAT+ / BAT- draden zijn stevig aangesloten, en de polariteit
en spanning zijn correct;
4.
de DC-stroomonderbreker is correct geïnstalleerd tussen de
batterij en de omvormer en is UIT-geschakeld;
5.
de GRID- en LOAD-kabels zijn correct aangesloten;
6.
de AC-stroomonderbreker is correct geïnstalleerd tussen de
GRID-poort van de omvormer en het GRID (net), en is UIT-
geschakeld;
HYD 3000 ... 6000-EP
INBEDRIJFSTELLING VAN DE OMVORMER
73