Bedieningshandleiding
FUNCTIETESTEN
De stuurinrichting testen
Let op: Bij het uitvoeren van de stuur- en
rijfunctietesten staat u op het platform en kijkt u
naar de besturingszijde van de machine.
26 Druk de rijfunctie-keuzeknop in.
27 Druk de functieschakelaar in en houd deze
ingedrukt.
28 Druk de duimtuimelschakelaar bovenop de
bedieningshendel in de richting die wordt
aangegeven door de blauwe driehoek op het
bedieningspaneel.
Resultaat: De stuurwielen draaien in de richting
waarin de blauwe driehoek op het
bedieningspaneel wijst.
29 Druk de duimschakelaar in de richting die wordt
aangegeven door de gele driehoek op het
bedieningspaneel.
Resultaat: De stuurwielen moeten draaien in de
richting waarin de gele driehoek op het
bedieningspaneel wijst.
18
De aandrijving en de remfunctie testen
30 Druk de functieschakelaar in en houd deze
ingedrukt.
31 Verplaats de joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de blauwe pijl op het
bedieningspaneel tot de machine gaat rijden en
zet dan de joystick weer in de middelste stand.
Resultaat: De machine verplaatst zich in de
richting waarin de blauwe pijl op het
bedieningspaneel wijst en komt dan plotseling
tot stilstand.
32 Druk de functieschakelaar in en houd deze
ingedrukt.
33 Verplaats de bedieningshendel langzaam in de
richting die wordt aangegeven door de gele pijl
op het bedieningspaneel tot de machine gaat
rijden en zet de bedieningshendel dan weer in de
middelste stand.
Resultaat: De machine verplaatst zich in de
richting waarin de gele pijl op het
bedieningspaneel wijst en komt dan plotseling
tot stilstand.
Let op: de remmen dienen de machine tegen te
houden op elke helling die deze kan beklimmen.
Genie GS-2668 DC & GS-3268 DC
Tweede uitgave • Tweede druk
Onderdeelnr. 82262DU