1 Veiligheid
1.1 Algemene
veiligheidsinstructies
1.1.1 Levensgevaar door
spanningsvoerende
aansluitingen
Bij werkzaamheden in het geo-
pende product bestaat levens-
gevaar door elektrische schok.
▶ Voor u werkzaamheden in het
geopende product uitvoert,
schakelt u de hoofdschake-
laar uit.
▶ Verbreek de verbinding van
het product met het elektrici-
teitsnet door het product via
een scheidingsinrichting met
minstens 3 mm contactope-
ning (bijv. zekeringen of con-
tactverbrekers) spanningsvrij
te maken.
▶ Controleer het product op
spanningsvrijheid.
▶ Beveilig de stroomtoevoer
tegen opnieuw inschakelen.
1.1.2 Gevaar door slechte
werking
▶ Zorg ervoor dat de CV-instal-
latie zich in een technisch
perfecte staat bevindt.
▶ Zorg ervoor dat er geen vei-
ligheids- en bewakingsinrich-
tingen verwijderd, overbrugd
of buiten werking gesteld zijn.
0020218414_01 Installatiehandleiding
▶ Verhelp storingen en schade
die de veiligheid zouden be-
lemmeren.
▶ Leg netspanningsleidingen
en voeler- resp. busleidingen
vanaf een lengte van 10 m
afzonderlijk aan.
▶ Bevestig alle aansluitleidin-
gen met de bijgevoegde
trekontlasting in de behuizing.
▶ Gebruik de vrije klemmen van
de toestellen niet als steun-
klemmen voor de verdere be-
kabeling.
1.2 Keuze van de leidingen
▶ Gebruik voor de bedrading
normale in de handel verkrijg-
bare leidingen.
▶ Gebruik voor netspanningslei-
dingen geen flexibele leidin-
gen.
▶ Gebruik voor netspannings-
leidingen mantel-leidingen
(bijv. B. NYM 3x1,5).
Doorsnede leiding
Aansluitleiding voor
netspanning (pomp-
of mengklepaanslui-
ting)
eBUS-leiding (laag-
spanning)
Voelerbedrading
(laagspanning)
Leidinglengte
Voelerbedrading
Busbedrading
Veiligheid 1
≥ 1,5 mm²
≥ 0,75 mm²
≥ 0,75 mm²
≤ 50 m
≤ 125 m
3