Advertenties
Deze regeling is niet geschikt voor het aansluiten van een filterpomp met toerentalregeling.
We hebben andere besturingen in ons leveringsprogramma voor dergelijke pompen.
De in de fabriek aangebrachte jumper tussen de twee klemmen met de markering Th moet
worden verwijderd bij aansluiting van een externe thermostaat. Als er geen verbinding wordt
gemaakt, moet deze vastgeschroefd blijven.
Bij aansluiting van een niveauregeling
aangebrachte brug tussen de klemmen 13 en 14 worden verwijderd. Als er geen
niveauregeling is aangesloten, moet de brug tussen deze klemmen vastgeschroefd blijven. In
dit geval mogen de klemmen 11 en 12 niet worden gebruikt.
De brug die door de fabrikant tussen de klemmen 5 en 3 is aangebracht, moet worden
verwijderd als een
aangesloten, moet de brug tussen deze klemmen blijven zitten. In dit geval mogen de
klemmen 2 en 4 niet worden gebruikt.
Bij het aansluiten van een wikkelingsbeveiligingscontact moet de in de fabriek aangebrachte
brug tussen de twee klemmen met de markering WSK worden verwijderd. Als er geen
wikkelingsbeveiligingscontact aanwezig is, moet het vastgeschroefd blijven.
Door het openen van één van de contacten tussen klemmen 13 en 14 of 3 en 5 worden de
filterpomp, doseertechniek en verwarming direct uitgeschakeld.
Het sluiten van een van de contacten tussen klemmen 2 en 4 of 11 en 12 dwingt de filterpomp
in te schakelen.
De elektronische besturing is samen met de EUROTRONIK-10, de niveauregeling en de
verwarming beveiligd door een 3,15A fijndradige zekering in het apparaat.
Motorbeveiliging aanpassen
Montage- en gebruikershandleiding PC-400-ES
EUROTRONIK-10 wordt aangesloten. Als er geen EUROTRONIK-10 is
Elektronische motorbeveiliging:
pagina: 3
NR-12-TRS-2 moet de door de fabrikant
De
3-fasen
filterpomp
elektronische motorbeveiliging beveiligd tegen
schade door overbelasting. Hiervoor moet de
motorbeveiliging worden ingesteld op de
nominale stroom van de filterpomp (zie
typeplaatje van de pomp). Als de nominale
stroom van de filterpomp niet bekend is, kan
de motorbeveiliging als volgt worden ingesteld:
1. Draai
de
stelschroef
motorbeveiliging in de klemmenkast met de
klok mee tot aan de aanslag.
2. Schakel de pomp in
3. Draai de stelschroef langzaam linksom
totdat de motorbeveiliging inschakelt en de
rode storingsmelding gaat branden.
4. Draai
de
stelschroef
rechtsom (ca. 10%).
5. Ontgrendel de motorbeveiliging met de
zwarte toets: de storingsmelding gaat uit en
de filterpomp loopt.
is
door
een
van
de
enkele
graden
Advertenties
