3. BEDIENING
3.01 Handel voor de inductieve kabelbepaling als volgt:
(a) Aansluiten van de toongenerator.
Bij getermineerde kabels in gebruik:
Sluit een kabel van een PE geluid –testapparaat aan op een getermineerde ader, en verbind
het andere uiteinde van de testkabel met aarde of massa van het apparaat (zie afb. 2).
Bij kabels buiten gebruik of niet –getermineerde kabels:
Verbind een testkabel van een PE geluid –testapparaat met een niet getermineerde ader en
de andere testkabel met een andere niet getermineerde ader.
(a) Schakel de 200EP in door op de vierkante verende Aan/Uit –toets te drukken.
(b) Na het inschakelen kan het volume met de desbetreffende schakelaar aangepast
worden aan de omgevingscondities. De ontvangst van het signaal kan versterkt worden,
om storende geluiden te superponeren (b.v. verkeerslawaai en vliegtuiggeluid, lawaai in
een machinekamer). U kunt de ontvangst van het signaal ook afzwakken voor het
reduceren van interferenties (b.v. het brommen van computer -/data -/netkabels).
(c) Het model 200EP is voorzien van verzonken bussen voor de aansluiting van een
handapparaat voor kabelmonteurs. Met het aansluiten van het handapparaat wordt de
versterker automatisch geactiveerd. Het handapparaat moet zich in de stand TALK
(spreken) bevinden.
(d) U kunt de 200EP ook inschakelen zonder op de AAN/UIT toets te drukken, door een
draadbrug op elke verzonken aansluiting te leggen.
(e) Raak met de punt van de 200EP de isolering van elke te controleren kabel aan.
(f) De ontvangst van het geluidssignaal is op de desbetreffende ader het duidelijkst. (U kunt
de geluidsontvangst verbeteren door de aders van de groep te scheiden).
4. ONDERHOUD
4.01 Het enige noodzakelijke onderhoud voor de 200EP is het vervangen van de batterij.
Maak de schroef van het batterijvak los, vervang de 9V – batterij en sluit het batterijvak weer.
3