E
E N
Bluetooth is een technologie waarmee u gegevens draadloos kunt
overdragen tussen vele verschillende apparaten die zich op korte
afstand van elkaar bevinden. Voorbeelden van apparaten met
Bluetooth zijn, onder andere, computers, mobiele telefoons, tablets,
draadloze koptelefoons en toetsenborden.
Om Bluetooth te gebruiken, moet u controleren of:
1. Bluetooth op beide apparaten ingeschakeld is.
2. Uw apparaten "gekoppeld" (of verbonden) zijn.
Bluetooth in- en uitschakelen
De Bluetooth-adapter moet op beide apparaten worden ingeschakeld.
Op uw computer kan dat een externe schakelaar, een software-
instelling of een aparte, in een USB-poort van de computer gestoken,
Bluetooth-dongle (wanneer er geen interne Bluetooth-adapter
aanwezig is) zijn.
Opmerking
Controleer de gebruikershandleiding van uw apparatuur om te zien hoe u de
Bluetooth-adapter inschakelt.
Bluetooth inschakelen en een apparaat toevoegen
Elke nieuw apparaat moet eerst "gekoppeld" worden met de
Bluetooth-adapter van uw computer. Dat betekent dat deze eerst uit
veiligheidsoverwegingen geverifieerd moet worden. U hoeft slechts
eenmaal te koppelen. Daarna zullen ze verbonden worden door
simpelweg de Bluetooth-adapter op beide apparaten in te schakelen.
Op uw computer is Bluetooth standaard uitgeschakeld. Ga als volgt te
werk om de Bluetooth-adapter van de computer in te schakelen:
1. Druk op de Windows-toets of kies Windows [Start] (Start)-knop >
[Settings] (Instellingen) > [Bluetooth & devices] (Bluetooth en
apparaten) en klik op de schakelknop onder [Bluetooth]
(Bluetooth) om dit in/uit te schakelen.
B
L U E T O O T H
G E B R U I K E N
Een Bluetooth-verbinding gebruiken - 15
-
V E R B I N D I N G