Instelling van het/de bovenste voetsegment(en)
(alleen model 2880XLE, 2880XL/H, 2850XLE, 2850XL/H)
Het beengedeelte kan in positieve richting worden ingesteld, bij dakstand ook in negatieve richting. Deze
instelling is mogelijk door de zeer stabiele vergrendelingsconstructie. Om het aparte beengedeelte omhoog te
zetten moet u deze in de gewenste positie naar boven trekken. Door de automatische vergrendeling kan het
beengedeelte nu zonder verdere grendels worden belast. Om het aparte beengedeelte neer te laten moet u
eerst het kussen met een hand vasthouden. Met de andere hand trekt u de hendel aan een kant van de
onderzoeksbank voorzichtig omhoog Laat nu het kussen tot de gewenste positie neer en zodra de gewenste
positie is bereikt, laat u de hendel los.
Opgelet, risico op beknelling:
Hier moet u beide handen gebruiken. Zodra de hendel wordt bediend, is de automatische vergrendeling
gedeactiveerd en kan het kussen op het middenframe vallen.
Instelling van het/de onderste voetsegment(en)
(alleen model 2880XLE, 2880XL/H, 2850XLE, 2850XL/H)
Naast de verstelmogelijkheden voor de volledige beengedeelten (zie hierboven) kunnen de onderste
voetsegmenten ook in negatieve positie worden gebracht. Deze instelling gebeurt door middel van een
gasdrukveer. Beweeg hiervoor de hendel aan het einde van het beengedeelte onder het kussen een beetje
naar boven. Het onderste voetsegment wordt langzaam opgetild tot in de horizontale positie (één lijn met het
bovenste beengedeelte). Om het onderste voetsegment te laten dalen, bedient u de hendel en drukt u op
hetzelfde moment het voetsegment naar beneden. Zodra de gewenste positie is bereikt, laat u de hendel los.
Deze instelling in negatieve richting is alleen mogelijk als het volledige beengedeelte vooraf in positieve
positie werd gezet.
2.5 Bediening van de rijfunctie (afhankelijk van het model of optioneel)
Apart vast te zetten wieltjes
De wieltjes kunnen met de voet op de rem tegen de wieltjesbehuizing vast worden gezet. In dit geval kan het
wieltje noch rijden, noch draaien. Om het wieltje weer van de rem af te halen, maakt u de rem met de voet
weer los. Let op het volgende a.u.b.: De standaard wieltjes zijn niet elektrisch geleidend = optionele
uitrustingsoptie. U herkent geleidende wieltjes aan de volgende markering = gele punt aan de zijkant van het
loopvlak of aan een gele ring.
Met de optie rijfunctie is tijdens het onderzoek en de behandeling de patiënt beter toegankelijk, omdat de
onderzoeksbank eenvoudig kan worden gepositioneerd in de ruimte. Patiënten mogen niet worden vervoerd
met de onderzoeksbank.
Centraal vastzetbare wieltjes
Door het bedienen van een hendel (aan de buitenzijde van de poten van de onderzoeksbank) worden alle 4
wieltjes tegelijkertijd bestuurd. De volgende rij-instellingen zijn mogelijk:
Stand 1: De wieltjes van de onderzoeksbank zijn geblokkeerd en kunnen niet rijden en zwenken.
Stand 2: = middelste stand: De wieltjes worden niet geblokkeerd en kunnen rijden en zwenken. De
onderzoeksbank kan in alle richtingen worden gereden.
Stand 3: 3 wieltjes worden niet geblokkeerd (= zwenk- en rijdbaar). De zwenkbaarheid van het 4e wieltje
wordt geblokkeerd (is in één richting vastgezet), wat betekent dat het wieltje slechts in één richting rolt, zodat
de onderzoeksbank gemakkelijker in één lijn kan worden verplaatst.
Let op: het blokkeren van de zwenkbaarheid wordt pas geactiveerd zodra het wieltje parallel t.o.v. het ligvlak
staat. Hierdoor kan de onderzoeksbank in één lijn worden verplaatst, zonder dat er van de
verplaatsingsrichting wordt afgeweken.
Wielhefsysteem
Het wielhefsysteem maakt een combinatie van een vaststaande en verplaatsbare onderzoeksbank mogelijk.
Aan het onderstel zijn per dwarszijde steeds 2 dubbele wieltjes aangebracht en aan elke hoek zitten er
bedieningspedalen. Elk bedieningspedaal bestaat uit twee ergonomische tegenhouders. Hierdoor kan de
onderzoeksbank met de voet geruisloos worden omhoog en omlaag gebracht. Het wielhefsysteem is niet
centraal. Aan elke korte zijde aan de onderzoeksbank moet er een bedieningspedaal worden bediend om de
bank op de poten te laten zakken en op de wieltjes te zetten. Uitgerust met deze optie is het apparaat
geschikt om snel en eenvoudig van locatie te wisselen, maar niet om patiënten te vervoeren (grondspeling
(afstand poot – vloer) in de rijdende toestand ca. 14 mm).
Dewert-handleiding serie 2800XL en serie 4000E – Stand 05.2021/1 MDR
Pagina 8 van 20