Bekabeling
WAARSCHUWING
• Gebruik geen afgetakte kabel, geslagen kabel, verlengsnoeren of stekkerdozen, omdat daardoor oververhitting, elektrische
schokken of brand kan ontstaan.
• Gebruik nooit vervangende niet-originele elektrische onderdelen in het product. (Sluit de voeding voor de afvoerpomp enz.
nooit aan op het aansluitingenblok in het apparaat.) Wanneer u dit toch doet, kan gevaar voor elektrische schokken of brand
ontstaan.
• Installeer altijd een aardlekschakelaar. (Een die bestand is tegen hogere harmonischen.)
(Dit apparaat is voorzien van een omvormer en moet daarom worden gebruikt in combinatie met een aardlekschakelaar die
bestand is tegen hogere harmonischen, om storingen als gevolg van de werking van de aardlekschakelaar zelf te voorkomen.)
• Gebruik een onderbrekerschakelaar met gescheiden polen en een contactafstand van ten minste 3mm.
• Sluit de stroomdraad niet aan op de binnenunit. Wanneer u dit toch doet kan gevaar voor elektrische schokken of brand
ontstaan.
• Apparatuur conform met EN61000-3-12
• Schakel de hoofdschakelaar nooit in voordat alle aansluitingen zijn gemaakt.
1) Strip de isolatie van de bekabeling af
(20mm).
2) Sluit de verbindingskabels tussen de
binnen- en buitenunit aan zodat de
nummers op de aansluitblokken met elkaar
corresponderen. Zet de draden stevig vast
met de klemschroeven. Draai de schroeven
bij voorkeur vast met een platte
schroevendraaier.
OPMERKING
(1)
Europese/Internationale Technische Norm die de beperkingen vastlegt voor harmonische stromen geproduceerd door apparatuur
die is aangesloten op openbare laagspanningssystemen met een ingangsstroom >16 A en ≤75 A per fase.
Gebruik het voorgeschreven
kabeltype en maak de kabel
stevig vast.
Let op de volgende opmerkingen wanneer u de voedingskabel aansluit op het
aansluitingenblok.
Aandachtspunten bij het aansluiten van de voedingskabel.
Gebruik een aansluitoog voor de verbinding met het aansluitingenblok. Let op
de volgende punten wanneer dat om onoverkomelijke redenen niet mogelijk is.
Monteer de aansluitogen zodanig op de aders dat de isolatie daarvan aansluit
op het aansluitoog.
• De massa-aansluiting maken
Monteer een aansluitoog op de volgende manier.
9
(1)
Zet de draden stevig
vast met de
aansluitingsschroeven.
Gebruik, wanneer de
kabellengte groter is dan
10m, draad met een
diameter van 2,0mm.
1
2
Binnenunit
3
Zet de draden stevig
vast met de
aansluitingsschroeven.
Zet de kabelklem goed vast
zodat de kabelaansluitingen
niet van buitenaf belast
kunnen worden.
Goed
Buitenunit
1 2 3
L N
Gebruik draad met een diameter van 2,0mm.
Zekering
20A
H05RN
Aarde
Aansluitingenblok
voor de voeding
L
1
2
3
Leid de kabels zodanig
dat het onderhoudsdeksel
en de afdekking van de
afsluiter goed aanliggen.
Aansluitoog
Schroef
Aansluitoog
Platte vulring
Netvoeding
Aardlekschakelaar
220-240V, 50Hz
N
Geslagen kabel
Schroef
Platte vulring
Aansluitoog
Fout
■Nederlands