8 Droogdoel
Voor elk automatisch programma is een droogdoel opgegeven. Het droogdoel
legt vast hoe droog of vochtig uw wasgoed na het programma-einde is.
Droogdoel
8.1 Droogdoel wijzigen
Voor sommige automatische pro-
gramma's kunt u het droogdoel wijzi-
gen zodat uw wasgoed nog droger of
vochtiger wordt.
Een automatisch programma in-
1.
stellen.
→ "Automatische programma's",
Pagina 24
a Het display toont het opgegeven
droogdoel.
Druk op Droogresultaat
2.
a Het display toont:
Opmerking: Als u deze instelling wij-
zigt, blijft de wijziging na het uitscha-
kelen van het apparaat bewaard.
Voor het programma
blijft de wijziging niet opgeslagen.
Wasgoed
Meerlaags dik wasgoed
dat moeilijk droogt.
Normaal eenlaags was-
goed.
Normaal eenlaags was-
goed
.
,
of
Katoen
Droogresultaat
Het wasgoed is droog.
Het wasgoed is droog.
Het wasgoed is na het drogen
nog licht vochtig.
Om kreukvorming na het drogen
te vermijden, strijkt u het wasgoed
of hangt u het wasgoed op.
8.2 Droogdoel aanpassen
Als u het wasgoed na het drogen
met een bepaald droogdoel te voch-
tig vindt, kunt u het droogdoel aan-
passen.
Een automatisch programma in-
1.
stellen.
→ "Automatische programma's",
Pagina 24
a Het display toont het opgegeven
droogdoel.
Druk op Droogtegraad .
2.
a Het display toont:
.
Opmerking: Als u deze instelling wij-
zigt, blijft de wijziging na het uitscha-
kelen van het apparaat bewaard.
Voor het programma
blijft de wijziging niet opgeslagen.
Droogdoel nl
,
of
Katoen
23