Deze computer heeft een ingebouwde energiebeheereenheid
die de systeemactiviteit controleert. Onder systeemactiviteit
valt activiteit van één of meer van de volgende apparaten:
toetsenbord, muis, harde schijf, randapparatuur aangesloten
op de computer en videogeheugen. Wanneer er geen
activiteit gedetecteerd wordt gedurende een bepaalde
periode, schakelt de computer enkele of alle apparaten uit
om energie te besparen.
Energie besparen
Snel opstarten uitschakelen
Uw computer gebruikt Snel opstarten om een snelle opstart
te maken, maar gebruikt ook een kleine hoeveelheid energie
om op signalen voor opstart te controleren. Door deze
controles zal de batterij van de computer langzaam leeg
raken.
Wanneer u de energiebehoeften van uw computer en de
schade voor het milieu wilt beperken, dient u Snel opstarten
uit te schakelen:
Opmerking
Wanneer Snel opstarten uitgeschakeld is, zal de computer meer
tijd gebruiken om op te starten vanuit de [Sleep] (Slaapstand).
Uw computer zal evenmin opstarten wanneer deze een instructie
voor opstarten ontvangt via een netwerk (Wake on LAN).
1. Druk op de Windows-toets of selecteer de knop Windows
[Start] (Start) en zoek "[Choose a power plan] (Een
energiebeheerschema selecteren)".
2. Selecteer [Choose what the power buttons do] (Het
gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen).
E
NERG I EBEH EER
Energiebeheer - 79