Zo wast u goed
G Doseer het wasmiddel
Het is belangrijk om niet te weinig en
niet te veel te doseren, want . . .
. . . te weinig wasmiddel heeft tot ge-
volg dat:
– het wasgoed niet schoon en in de
loop van de tijd grauw en hard wordt;
– er vetbolletjes in het wasgoed blijven
zitten;
– er zich kalk in de kuip afzet.
. . . te veel wasmiddel heeft tot gevolg
dat:
– er sterke schuimvorming optreedt,
de waswerking daardoor gering en
het reinigings-, spoel- en centrifu-
geerresultaat niet optimaal is;
– er door een automatisch ingescha-
kelde extra spoelgang meer water
wordt verbruikt;
– het milieu extra wordt belast.
16
^ Trek de wasmiddellade naar buiten
en doseer het wasmiddel in de vak-
jes.
i
Vakje voor de voorwas Wanneer u de
extra functie Voorwas hebt gekozen,
1
neem dan
/
van de totale aanbe-
4
volen wasmiddelhoeveelheid.
j
Vakje voor de hoofdwas en voor het
inweken, wanneer u deze extra func-
tie hebt gekozen.
§
Vakje voor wasverzachter of stijfsel
^ Sluit de wasmiddellade.
Nadere bijzonderheden over wasmid-
delen en de dosering daarvan treft u
aan in het hoofdstuk: "Wasmiddelen".