Probleem
De Wi-Fi verbinding is niet
mogelijk tussen dit
apparaat en een
smartphone
Het duurt steeds lang
voordat verbinding met een
smartphone gemaakt wordt.
Dit toestel wordt niet
weergegeven op het Wi-Fi-
instelscherm van de
smartphone.
De Wi-Fi verbinding wordt
onmiddellijk losgekoppeld
Terwijl dit toestel
verbinding maakt in de
[Toeg. Pt. Modus], slaagt
de "Image App" er niet in
dit toestel te vinden.
Er kan geen verbinding
gemaakt worden met
gebruik van NFC.
(Verbinding draadloos toegangspunt)
≥ Controleer of de smartphone correct op het draadloze
toegangspunt aangesloten is door de Wi-Fi-instellingen van
de smartphone na te kijken.
≥ Controleer of dit toestel en de smartphone met hetzelfde
draadloze toegangspunt verbonden zijn.
≥ Controleer of het draadloze toegangspunt in dit toestel
geregistreerd is.
(l
(Directe verbinding)
≥ Controleer of de smartphone correct op dit toestel
aangesloten is door de Wi-Fi-instellingen van de smartphone
na te kijken.
≥ Controleer of de SSID en het password correct ingevoerd
zijn.
≥ Controleer of de smartphone niet op het draadloze
toegangspunt aangesloten is. Is het wel op het draadloze
toegangspunt aangesloten, verander dan het Wi-Fi-
toegangspunt met gebruik van de Wi-Fi-instelling van de
smartphone.
≥ Het kan langer duren om verbinding te maken, afhankelijk
van de instelling van de Wi-Fi-verbinding op de smartphone
maar dit is geen storing.
≥ Probeer de Wi-Fi-functie in de Wi-Fi-instellingen van de
smartphone in/uit te schakelen.
≥ Als er een instelling is voor het vermijden van slechte
verbindingen in het Wi-Fi-instellingenmenu van het Android-
apparaat 4.0 of latere versie, schakel deze dan uit.
≥ Sluit de "Image App" af en schakel de Wi-Fi-modus van dit
toestel vervolgens uit. Zet de [Wi-Fi modus] daarna opnieuw
op de [Toeg. Pt. Modus], verbind dit toestel met de
smartphone en start de "Image App" op.
≥ Controleer of uw smartphone compatibel is met NFC. Dit
toestel kan met NFC-compatibele aansluitingen via Android
(Besturingssysteem versie 2.3.3 of later) gebruikt worden.
≥ Controleer of de NFC-functie van uw smartphone
ingeschakeld is.
≥ Controleer of dit toestel ingeschakeld is.
≥ Sommige smartphones kunnen niet gecontroleerd worden
door ze eenvoudig aan te raken. Als dit toestel niet herkend
wordt, zelfs niet na aanraking, verander dan de posities en
probeer het opnieuw door het langzaam aan te raken.
≥ Raak het opnieuw aan als na aanraking geen verbinding
gemaakt wordt.
Als nog steeds geen verbinding tot stand gebracht kan
worden, sluit dan de "Image App" af, schakel dit toestel uit en
probeer opnieuw een verbinding tot stand te brengen.
≥ Als de tijd waarin toestel met de smartphone in contact staat
te kort is, kan het zijn dat dit toestel de smartphone niet
herkent. Laat dit toestel langer in contact met de smartphone.
- 65 -
Controlepunten
59)