•
De sensor kan door een laserstraal worden uitgebrand,
zorg er dus voor dat het oppervlak van de sensor niet
wordt blootgesteld aan de laserstraal wanneer
laserapparatuur wordt gebruikt.
•
Plaats de camera niet in extreem hoge of lage
temperaturen (de bedrijfstemperatuur is -30 °C ~ 60 °C,
of -40 °C ~ 60 °C als het cameramodel een "H" heeft in
het achtervoegsel), stoffig of vochtige locaties en stel het
niet bloot aan hoge elektromagnetische straling.
•
Om warmte-accumulatie te voorkomen, is een goede
ventilatie vereist voor de werkomgeving.
•
Houd de camera tijdens gebruik uit de buurt van
vloeistoffen.
•
Tijdens de levering moet de camera in de originele
verpakking of verpakking met dezelfde textuur worden
verpakt.
•
Regelmatige vervanging van onderdelen: een paar
onderdelen (bijv. de elektrolytische condensator) van de
apparatuur moeten regelmatig worden vervangen op
basis van hun gemiddelde duur. De gemiddelde tijd
varieert vanwege verschillen tussen de gebruiks-
omgeving en gebruiksgeschiedenis, dus regelmatige
controle wordt aanbevolen voor alle gebruikers. Neem
voor meer informatie contact op met uw dealer.
•
Onjuist gebruik of onjuiste vervanging van de batterij kan
leiden tot ontploffingsgevaar. Vervang alleen door
dezelfde batterij of een batterij van een vergelijkbaar
type. Verwijder gebruikte batterijen volgens de instructies
van de batterijfabrikant.
Installatiegids
3