Instellingen
Druk de SEL toets (9) kort in om de gewenste modus instelling te
selecteren. De modus kunt u in de volgende volgorde aanpassen:
• AF: alternatieve Frequenties
• BAS: Bas
• TRE: Treble
• BAL: Balans
• FAD: Fader
• EQ: Synchronisatie
• LOUD: Geluidssterkte
• LOC: Lokaal
• Stereo/Mono
• REG: Regio
• TA: ON/OFF
• TAVOL: TA Volume
• EON: ON/OFF
Draai de knop (9) met de klok mee of tegen de klok in om de instellingen
aan te passen.
LOC ON/OFF
In de LOC ON modus zal het apparaat de gevoeligheid van het
ontvangstsignaal reduceren.
TAVOL
Met deze functie kunt u de volume van de verkeersmeldingen bepalen.
De range is 20~43.
TA ON/OFF
De verkeersmeldingen aan/uitschakelen.
11