1.
2.
3.
4.
Verbinding maken met een Bluetooth-apparaat
Nadat de koppeling tot stand is gebracht, kunt u verbinding maken met een
Bluetooth-apparaat. Als u bijvoorbeeld tussen apparaten wilt wisselen of
opnieuw verbinding wilt maken nadat de -tablet en dit apparaat zich weer
binnen elkaars bereik bevinden.
1.
2.
3.
De koppeling met een Bluetooth-apparaat verbreken
Sommige Bluetooth-apparaten hebben meerdere profielen. Profielen
kunnen de mogelijkheid bieden uw gesprekken te verzenden, muziek in
stereo af te spelen of bestanden of andere gegeven over te zetten. U kunt
de profielen selecteren die u wilt gebruiken met uw tablet. U kunt ook de
naam van het Bluetooth-apparaat wijzigen die wordt weergegeven op uw
tablet.
1.
Gebruikershandleiding
Open de app Instellingen via Alle apps.
Zorg dat de computer ingeschakeld is.
De tablet zoekt naar de Bluetooth-namen van alle beschikbare
Bluetooth-apparaten binnen het bereik en geeft deze weer.
Als het apparaat dat u wilt koppelen niet in de lijst staat, zorgt u dat dit
kan worden gedetecteerd. Raadpleeg de documentatie bij het
apparaat om te kijken hoe u ervoor zorgt dat het kan worden
gedetecteerd door de tablet evenals voor andere
koppelingsinstructies.
Als uw tablet stopt met zoeken voordat u ervoor hebt gezorgd dat het
andere apparaat kan worden gedetecteerd, tikt u op APPARATEN
ZOEKEN.
Tik op de naam van het Bluetooth-apparaat in de lijst om dit te
koppelen.
De apparaten worden met elkaar gekoppeld. Als u om een code wordt
gevraagd, probeert u 0000 of 1234 (de meest gebruikte
standaardcodes) of raadpleegt u de documentatie bij het apparaat
voor de code. Als de koppeling is gelukt, is uw tablet verbonden met
het apparaat.
Open de app Instellingen via Alle apps.
Zorg dat de computer ingeschakeld is.
Tik in de lijst met Bluetooth-apparaten op een gekoppeld, maar niet
verbonden apparaat. Als het verwachte apparaat niet wordt
weergegeven, klikt u op Scannen naar apparaten.
Wanneer de tablet en dit apparaat verbinding hebben, wordt in de lijst
BESCHIKBARE APPARATEN aangegeven dat het apparaat is
verbonden.
Zorg dat de computer ingeschakeld is.
6-7