Eerste uitgave
Niet bedienen tenzij:
U de principes voor een veilige bediening van de
machine, zoals beschreven in deze
bedieningshandleiding, hebt bestudeerd en
geoefend.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd de inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd de functietests uit vóór
het gebruik.
Zorg dat u de functietests kent en begrijpt
voor u verder gaat met de volgende sectie.
4 Inspecteer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
Onderstaande symbolen verschijnen in de tekst
van deze bedieningshandleiding als hulp bij het
identificeren van de bedieningsinstructies.
Gebruik de symbolen op deze pagina en pagina 9
om te bepalen welke controller zich op uw machine
bevindt en gebruik de symbolen in de tekst om te
bepalen welke handeling u met de controller dient
uit te voeren.
Als er geen symbool voor uw controller is
opgenomen, dan is er geen handeling nodig.
Twee functie-keuzeknoppen en
noodstopknop in de linker bovenhoek
Eén functie-keuzeknop en noodstopknop in
de linker bovenhoek
Controller met noodstopknop in rechter
benedenhoek
Onderdeelnr. 39527DU
Grondbeginselen
De functietests dienen om te onderzoeken of er
storingen aanwezig zijn voordat de machine in
bedrijf wordt genomen. Om alle machinefuncties te
testen, dient de operator de stapsgewijze
instructies te volgen.
Een niet goed werkende machine mag nooit worden
gebruikt. Als er een storing wordt ontdekt, dan moet
de machine worden voorzien van een label en uit
bedrijf worden genomen. Reparaties aan de
machine mogen alleen door een gekwalificeerde
servicemonteur worden uitgevoerd volgens de
fabrieksspecificaties.
Nadat de reparaties zijn uitgevoerd, moet de
operator opnieuw de inspectie voor het gebruik en
de functietests uitvoeren voordat de machine in
bedrijf wordt genomen.
1 Kies een testgebied zonder obstructies dat
stevig en vlak is.
2 Zorg ervoor dat het accupak is aangesloten.
Grondbediening
3 Trek de rode noodstopknoppen van de platform-
en grondbediening uit naar de stand
4 Zet het contactslot in de grondbediening.
5 Houd de waarde op de diagnose-LED in het oog.
Resultaat: LED moet — of 23 aangeven.
Noodstopknop testen
6 Druk de rode noodstopknop van de
grondbediening in de stand
Resultaat: Geen enkele functie mag worden
geactiveerd.
7 Trek de rode noodstopknop uit naar
de stand
Genie GS-1530 & Genie GS-1930
Bedieningshandleiding
Functietests
.
UIT
.
AAN
.
AAN
13