6
EUROPOWER EP4000/EP2000 Gebruiksaanwijzing
2.2 De achterkant
(7)
(8)
(9)
Fig. 2.2: De bedieningselementen en aansluitingen aan de achterzijde
(7) Dit zijn de symmetrische XLR-ingangen (kanalen 1 en 2).
(8) Dit zijn de stereo-klinkeringangen (kanalen 1 en 2). Deze kunnen natuurlijk
asymmetrisch worden aangesloten.
(9) Dit zijn de MODE SWITCHES, waarmee de modi en de instellingen van de
limiters en hoogdoorlaatfilters worden bepaald (zie par. 2.3).
(10) Hier bevindt zich de ventilator. De snelheid van de ventilator wordt
automatisch geregeld, hetgeen de bedrijfszekerheid waarborgt.
◊
Let op voldoende afstand tot andere apparatuur die warmte afgeeft,
om defecten aan de EUROPOWER te voorkomen.
(11) Dit zijn de uitgangen (kanalen 1 en 2). In de monobrugmodus (zie par. 2.3.5)
dient u uitsluitend de uitgang van kanaal 1 te gebruiken. Meer uitleg over de
aansluitingen vindt u in par. 4.1.
(12) Dit zijn de uitgangsklemmen (kanalen 1 en 2). U dient er op te letten,
dat u bij de monobrugmodus de twee middelste aansluitingen met uw
luidsprekerbox verbindt.
(13) BREAKER (beveiliging). Door eenvoudig op deze schakelaar te
drukken, kan de uitgesprongen automaat nadat u alle fouten heeft
opgelost, weer terug worden gezet. Deze BREAKER vervangt de anders
gebruikelijke smeltzekeringen.
!
!
Attentie
◊
Voordat u op de BREAKER-schakelaar drukt, dient u het systeem altijd
eerst helemaal uit te schakelen (POWER-knop op OFF)!
(14) Het apparaat wordt via de IEC-APPARAATBUS op het stroomnet aangesloten.
Een geschikt netkabel zit bij de levering inbegrepen.
(15) SERIENUMMER van de EUROPOWER.
(16) Hier vindt u een gedetailleerd overzicht van de verschillende functies van de
MODE SWITCHES (zie (9) ).
(11)
(10)
2.3 Configuratieschakelaar (MODE SWITCHES)
Fig. 2.3: DIP-schakelaar van de EUROPOWER
2.3.1 Clip limiter
Wanneer het ingangssignaal van de eindtrap overstuurd raakt, ontstaat er
een vervormd uitgangssignaal. Allebei de kanalen van de eindtrap zijn voor
dit geval voorzien van een Clip limiter, die naar wens aan of uit gezet kan
worden. Deze herkent oversturingen vanzelf en reduceert de versterking tot
een verantwoord niveau van vervorming. Om de dynamiek van het signaal
te behouden, begint de Clip limiter bij weinig oversturing met een geringere
onderdrukking. U activeert de Clip limiters met de schakelaars 1 (kanaal 1)
en 10 (kanaal 2).
De Clip limiter vermindert bij het gebruik van breedband-luidsprekersystemen
de hoogfrequente vervormingen, die bij oversturing van de eindtrap optreden.
De drivers worden zo voor eventuele beschadigingen beschermd.
2.3.2 Ingangsfilter
Het LF- c.q. hoogdoorlaatfilter snijdt frequenties onder 30 Hz, c.q. 50 Hz af.
Dit verbetert de weergave van de bassen, aangezien ultra-lage, storende
frequenties worden verwijderd en daardoor meer vermogen voor de weergave
van het gewenste frequentiebereik vrijkomt. Met de schakelaars 3 (kanaal 1)
en 8 (kanaal 2) worden de filters gedeactiveerd en geactiveerd. Met de
schakelaars 2 (kanaal 1) en 9 (kanaal 2) bepaalt u de grensfrequentie. Is de filter
uitgeschakeld, dan worden frequenties onder 5 Hz afgesneden, om beschermt te
zijn tegen infrasoon geluid en gelijkspanning.
Stel de filters overeenkomstig de frequentiekarakteristiek van uw
luidsprekerboxen in, sommige luidsprekers (basreflexboxen bijv.) zijn namelijk
zeer gevoelig voor te grote deflexie van de membranen onder het
aangegeven frequentiebereik.
(12)
(13)
(16)
(14)
(15)