Het is raadzaam om de batterij niet te verwijderen wan-
neer de telefoon is ingeschakeld. U kunt dan al uw per-
soonlijke instellingen kwijtraken (zie de informatie
over de veiligheid van de batterij, pagina 86).
1.
Wanneer de batterij en batterijklep op de telefoon
zijn geplaatst, steekt u het ene uiteinde van de
aansluiting van de lader (die is meegeleverd in de
doos van de telefoon) in de connector LINKS aan
de onderzijde van de telefoon en steekt
u vervolgens het andere uiteinde in een stopcon-
tact dat gemakkelijk te bereiken is.
2.
Het batterij-symbool geeft de laadstatus aan:
•
Tijdens het opladen veranderen de vier oplaadin-
dicatoren: elk staafje vertegenwoordigt ongeveer
25% van de lading en het duurt ongeveer een uur
en drie kwartier om de mobiele telefoon volledig
op te laden.
Aan de slag
•
Wanneer alle vier staafjes ononderbroken zicht-
baar zijn, is de batterij volledig opgeladen en kunt
u de oplader verwijderen. Afhankelijk van het
netwerk en de gebruiksomstandigheden is één
opgeladen batterij voldoende voor 4 uur gespreks-
tijd en maximaal 320 uur stand-bytijd.
Als u de oplader op de telefoon aangesloten laat wan-
neer de batterij volledig is opgeladen, heeft dit geen na-
delige gevolgen voor de batterij. U kunt de oplader
alleen uitschakelen door de stekker uit het stopcontact
te halen. Gebruik daarom een makkelijk toegankelijk
stopcontact. U kunt de batterij aansluiten op een IT-
voorziening (alleen in België).
3.
Als u verwacht de telefoon een aantal dagen niet
te zullen gebruiken, is het raadzaam om de batte-
rij te verwijderen.
U kunt de telefoon gewoon gebruiken wanneer deze
wordt opgeladen (het trilsignaal wordt uitgeschakeld
wanneer u de oplader aansluit). Als de batterij hele-
maal leeg is, verschijnt het batterijpictogram pas na
twee of drie minuten opladen.
7