Namen van onderdelen
Het toestel
1
2
3
6
7
,
,
,
en
zijn aanraaksensoren. Tik de pictogrammen met uw
vinger aan om de functies te regelen.
Voor-/bovenpanelen
1
2
3
4
8
9
Achterpaneel
B
C D
E F
5
6
7
0
A
G
H
1
z Aan/stand-by/CONNECT
( p. 9, 11).
2
y Voor het kiezen van de
signaalbron.
1, 2, 3, 4, 5 SCENE-functie
3
( p. 31)
4
Draadloze oplader ( p. 35)
5
SNOOZE/SLEEP ( p. 33)
6
Voor het regelen van de audio
( p. 12, 19, 21, 24, 26).
7
/
Volume −/+
8
Display ( p. 6)
9
Discsleuf ( p. 12)
0
= Voor het uitwerpen van een disc
( p. 12).
A
Sensor voor de afstandsbediening
B
AUX-aansluiting (ministekker-
ingang) ( p. 22)
C
HEADPHONES-aansluiting
Er wordt geen geluid geproduceerd door
het toestel wanneer er een hoofdtelefoon
is aangesloten.
5
D
Onderhoudsaansluiting
Wordt gebruikt wanneer service aan het
toestel is vereist.
E
USB-aansluiting ( p. 21)
F
NETWORK-aansluiting ( p. 43)
Het toestel kan via een bedrade of een
draadloze verbinding op een netwerk
worden aangesloten. Voor een
netwerkverbinding via bedrading, moet u
een standaard afgeschermde,
dubbeldraads (STP) netwerkkabel
(rechtstreeks doorverbonden, categorie 5
of hoger; los verkrijgbaar) aansluiten.
G
FM-antenne voor de TSX-N237
( p. 19)
FM/DAB-antenne voor de TSX-N237D
( p. 16)
H
Netsnoer ( p. 9)