Bedrading/aansluiting (fig. 6)
Melderaansluiting
–
+
9 V
OPMERKING:
• Melder in het midden van het plafond monteren.
• Niet monteren in badkamers (hoge luchtvochtigheid), garages (uitlaatgassen),
zeer tochtige omgevingen of in de nok van een dak (fig. 2).
• Bij een dakhelling < 45° kan de melder aan het hellende dakvlak worden
gemonteerd.
• Houd een afstand van 50 cm aan tot muren, plafondbalken en verlichting.
• In ruimtes van meer dan 80 m
melders nodig.
• Houd een afstand van 4 m aan tot open haarden en kachels etc.
• Een centrale of externe voeding is niet toegestaan. Elke melder moet door zijn
eigen batterij, die in het daarvoor bestemde batterijvak is geplaatst, van stroom
worden voorzien.
• Volg de richtlijnen van NEN 2555 en de aanwijzingen in de handleiding.
4 • FUNCTIETABEL
Alarmsignaal/piezo
Pulserend alarmsignaal
Knippert gelijktijdig met
Pulserend alarmsignaal
Geen led-aanduiding
Korte pieptoon elke 45 seconden
Knippert gelijktijdig
Geen signaal
Knippert elke 45 seconden
Korte pieptoon elke
Knippert niet gelijktijdig met
> 45 seconden
5 • TEST/ONDERHOUD
Met behulp van de LED-testknop (fig. 8.1) doorloopt de melder een volledige test:
batterijtest, elektronische rookkamertest en test van de analyse-elektronica. De test moet
minstens één keer per jaar en na het vervangen van de batterij worden uitgevoerd.
Houd de testknop ingedrukt (max. 20 sec.) tot u een luid, pulserend alarmsignaal hoort
(ca. 85 dB). Enkele seconden nadat de testknop wordt losgelaten, gaat het testalarm
automatisch uit. Het apparaat moet ongeveer twee keer per jaar droog worden
afgenomen en van buiten met een stofzuiger worden gereinigd. De melder voert een
automatische zelftest uit. Daarbij worden zowel de analyse-elektronica als de spanning
en de inwendige weerstand van de batterij elke 45 seconden getest.
Deze test wordt aangegeven met een kort knippersignaal van de rode LED (fig. 8.1).
Als de bedrijfsspanning van de 9-volts batterij onder een bepaalde waarde komt, piept de
melder (ca. elke 45 sec.) ongeveer 30 dagen voordat de batterij vervangen moet worden
(zie 3. Installatie/montage/aansluiting). De levensduur van de batterij is onder meer sterk
afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden zoals temperatuur, temperatuur-
schommelingen, luchtvochtigheid en aantal (test)alarmen. Alkaline: ca. 2 - 3 jaar; lithium
tot ca. 10 jaar. Het gebruik van oplaadbare batterijen is niet toegestaan. Test telkens na
het vervangen van de batterij of het systeem goed werkt. Bij een storing knippert de rode
LED elke 45 seconden afwisselend met de pieptoon. In dat geval moet de melder
vervangen worden. In geval van een alarm wordt de melder automatisch gereset als er
geen rookdeeltjes meer in de rookkast aanwezig zijn. De melder kan handmatig worden
uitgeschakeld door de batterij uit te nemen.
OPMERKING:
• Recycleer de batterij via de handel die deze in het kringloopproces brengt.
• Bij serieschakeling wordt het batterij-leeg-signaal van een rookmelder niet naar
de andere rookmelders doorgegeven, maar alleen op de rookmelder zelf
aangegeven.
• Bij serieschakeling worden alle aangesloten rookmelders automatisch
gecontroleerd indien u bij één rookmelder met de LED-testknop (fig. 8.1) een
functietest uitvoert. Dit betekent dat, zoals bij alarm, een onderbroken
alarmsignaal (kortstondig) te horen is en gelijktijdig de rode LED (fig. 8.1) aan
de gecontroleerde rookmelder knippert. Bij de andere rookmelders hoort u
enkel een onderbroken alarmsignaal zonder knipperende LED.
• Een te grote belasting door stof, waterdamp of andere verontreinigingen in de
rookkast kan leiden tot een vals alarm.
6 • ACCESSOIRES
ESYLUX PROTECTOR K opbouwcontactdoos
ESYLUX PROTECTOR K RF-transceiver
ESYLUX PROTECTOR K draadloze module
ESYLUX PROTECTOR K schakelrelais
Relais
Functie
kleur draad
blauw
gemeenschappelijke min
oranje
koppeling, activeert het relais
rood
relaisaansluiting (permanente plus)
en gangen langer dan 10 m zijn meerdere
2
Rode led
Alarm geslagen door de
betreffende melder bij rookalarm
het alarmsignaal
Alarm geslagen door een
aangesloten melder. Bij de melder
die alarm heeft geslagen, knippert
de led gelijktijdig met het
alarmsignaal
Geeft aan dat de batterij vervangen
moet worden
Bedrijfsklaar
Wijst op een storing.
pieptoon
Melder vervangen
7 • WAT TE DOEN BIJ BRAND
Blijf kalm!
Waarschuw de brandweer via het noodnummer 1-1-2.
De volgende informatie is van belang:
• Wie bent u? (naam, telefoonnummer)
• Waar is de brand? (adres)
• Wat is er gebeurd? (omvang van de brand)
• Hoeveel slachtoffers zijn er?
• Blijf aan de lijn en beantwoord eventuele vragen.
Waarschuw alle medebewoners.
Help ouderen, zieken en mindervaliden.
Sluit alle ramen en deuren.
Gebruik nooit de lift.
Indien u twijfelt of het gaat om een echt alarm of loos alarm, neem dan het zekere voor
het onzekere en doe wat u bij brand zou doen.
TECHNISCHE GEGEVENS
BATTERIJVOEDING
AANBEVOLEN BATTERIJEN
VDS KEURINGSNUMMER:
GEKEURD VOLGENS
KEURMERK
LUCHTVOCHTIGHEID
STERKTE GELUIDSSIGNAAL
Technische en optische wijzigingen zonder kennisgeving voorbehouden.
0786-CPD-20470
2008
9 Volt
Energizer 6LR61, Power Line 6LR61,
Duracell MN1604, Ultralife U9VL
G208089
DIN EN 14604
TÜV, VdS
10 % - 95 %
ca. 85 dB/3 m
ESYLUX GmbH
Postfach 1834, 22908 Ahrensburg/Germany
Internet: www.esylux.com
E-Mail: info@esylux.com
Fotoelektronischer Rauchmelder Typ K12
Fotoelektronischer Rauchmelder Typ K13
DIN EN 14604:2005