Inhoudsopgave
Advertenties
Apparaat inschakelen
1. Nadat het apparaat klaar voor gebruik is opgesteld, zoals
in het hoofdstuk in gebruik nemen is beschreven, kan het
worden ingeschakeld.
2. Druk op de toets ON/OFF (29).
ð Het apparaat wordt ingeschakeld.
3. Kies de gewenste bedrijfsmodus.
Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld als het
condensreservoir vol is. De LED DRAIN WATER (38) knippert en
een akoestisch signaal klinkt.
Bedrijfsmodi instellen
Het apparaat heeft de volgende bedrijfsmodi:
• Koeling
• Ventilatie
• Ontvochtiging
Koeling
In de bedrijfsmodus Koeling wordt de ruimte afgekoeld tot een
gewenste doeltemperatuur.
Standaardinstelling is de bedrijfsmodus Koeling:
1. Druk herhaaldelijk op de toets MODE (30), tot de FAN (26),
resp. DE-HUM (27) uit gaat.
2. Druk op de toets Waarde verlagen (32) of Waarde
verhogen (33), voor het instellen van de gewenste
doeltemperatuur.
ð De compressor wordt indien nodig ingeschakeld en de
LED COMP. ON (31) brandt.
3. Kies met toets FAN (42) de gewenste ventilatorsnelheid:
AUTO (afstandsbediening FUZZY), HI, MED of LO.
Ventilatie
In de bedrijfsmodus Ventilatie circuleert de ruimtelucht en vindt
geen koeling, resp. ontvochtiging plaats.
1. Druk op de toets MODE (30), tot de LED FAN (26) brandt.
2. Kies met toets FAN (42) de gewenste ventilatorsnelheid:
AUTO (afstandsbediening FUZZY), HI, MED of LO.
Ontvochtiging
In de bedrijfsmodus Ontvochtiging wordt de luchtvochtigheid in
de ruimte verlaagd.
ü Het apparaat is uitgeschakeld.
1. De binneneenheid en de buiteneenheid samen op in de te
ontvochtigen ruimte plaatsen. Zorg dat de binneneenheid
geen warme lucht van de buiteneenheid aanzuigt.
Hang de buiteneenheid niet mechanisch aan de
binneneenheid.
2. Haal de condensafvoerslang aan de achterkant van de
binneneenheid uit de houder en verwijder de plug.
3. Het condens met verval afvoeren naar een afvoer of een
voldoende gedimensioneerd reservoir.
ð Het ontstane condens wordt niet naar de buiteneenheid
gepompt.
4. Druk op de toets ON/OFF (29).
14
5. Met toets Waarde verlagen (32) de laagste
doeltemperatuur instellen.
6. Druk op de toets MODE (30), tot de LED DE-HUM (27)
brandt.
Info
Wordt het apparaat gebruikt in een zeer vochtige
omgeving, moet het ontstane condens regelmatig
worden afgevoerd.
Timer instellen
De timer werkt op twee manieren:
• Automatisch inschakelen na een vooringesteld aantal uren.
• Automatisch uitschakelen na een vooringesteld aantal
uren.
De functie kan in alle bedrijfsmodi en tijdens standby-modus
worden ingesteld.
Het aantal uren kan tussen 1 en 24 uur liggen en in stappen van
1 uur worden ingesteld.
Let op
Het apparaat mag niet onbewaakt in een vrij
toegankelijke ruimte worden gebruikt, als de timer
actief is.
Automatisch inschakelen
ü Het apparaat is uitgeschakeld.
1. Druk op de toets SET (36), tot het gewenste aantal uren in
de segmentweergave (34) wordt weergegeven.
ð Het gewenste aantal uren knippert.
2. Druk op de toets Waarde verlagen (32), resp. Waarde
verhogen (33), voor het instellen van de gewenste
doeltemperatuur.
3. Druk op de toets MODE (30), voor het instellen van de
gewenste bedrijfsmodus.
ð De LED voor de gewenste bedrijfsmodus brandt.
ð De LED ON (25) brandt.
ð De timer is ingesteld op het gewenste aantal uren.
ð Het apparaat start na de ingestelde tijd in de ingestelde
bedrijfsmodus.
4. Druk op de toets RESET (35), voor het deactiveren van de
timer-functie.
ð De LED OFF (25) brandt.
Opmerkingen voor automatisch inschakelen:
• Het scheiden van de voedingsspanning zorgt voor het
wissen van de instellingen voor het automatisch
inschakelen.
• Het handmatig inschakelen van het apparaat deactiveert
het automatisch inschakelen.
lokale airconditioner PAC 4600
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
