Stand
Druk
Automatisch
Koelen
Drogen
Verwarmen
Alleen ventileren
2 Druk één of meerdere keren op
temperatuur in te stellen. In de ontvochtigingsstand of de de
stand alleen ventilator kan de temperatuur NIET worden
ingesteld.
Koelen
Verwarmen
18~32°C
10~30°C
3 Druk op
om de werking te stoppen.
Resultaat: Het bedrijfslampje wordt gedoofd.
5.3
Luchtstroomsnelheid
INFORMATIE
▪ In de droogstand kan de luchtstroomsnelheid NIET
worden ingesteld.
▪ De luchtstroomsnelheid in de verwarmingsstand wordt
verlaagd om te voorkomen dat er een koude
luchtstroom ontstaat. Wanneer de temperatuur van de
luchtstroom is gestegen, gaat de werking verder met de
ingestelde luchtstroomsnelheid.
1 Druk op
om te selecteren:
5 luchtstroomsnelheden, van "
Werking met automatische luchtstroomsnelheid
Geluidsarme werking binnenunit. Wanneer de
luchtstroomsnelheid op "
stiller.
INFORMATIE
Als de unit het temperatuurinstelpunt bereikt:
▪ in de stand koelen of in de automatische stand. De
ventilator stopt.
▪ in de stand verwarmen. De ventilator werkt met lage
luchtstroomsnelheid.
5.3.1
Luchtstroomsnelheid regelen
1 Druk op
om de uitblaasinstelling als volgt te veranderen:
5.4
Uitblaasrichting
Wanneer. Stel de uitblaasrichting in naar wens.
Wat. Het systeem blaast de lucht uit in de door de gebruiker
ingestelde richting (variabele of vaste stand). De horizontale of
verticale kleppen worden hiervoor bewogen.
FTXTP-M_FTXTP-N
Daikin kamerairconditioners
3P717028-2B – 2023.03
Resultaat
Het bedrijfslampje gaat
branden.
of
op de
-knop om de
Automatisch
Drogen of
alleen
ventileren
18~30°C
—
" tot "
"
" is ingesteld, werkt de unit
Instelling
Beweegt omhoog en omlaag.
Verticaal automatisch
draaien
Beweegt van links naar rechts.
Horizontaal
automatisch draaien
Beweegt afwisselend omhoog en
+
3-D
omlaag en van links naar rechts
uitblaasrichting
[—]
Blijft in een vaste stand.
VOORZICHTIG
Verander de stand van de horizontale en verticale kleppen
ALLEEN met de draadloze afstandsbediening of een
andere
gebruikersinterface
Wanneer u de horizontale en verticale kleppen met de
hand verplaatst terwijl ze draaien, geraakt het mechanisme
defect.
Het draaibereik van de horizontale klep hangt af van de
bedrijfsstand. De horizontale klep stopt in de bovenste stand
wanneer de luchtstroomsnelheid bij het omhoog en omlaag draaien
op laag wordt ingesteld.
5.4.1
Verticale uitblaasrichting regelen
1 Druk op
.
Resultaat:
verschijnt op het scherm. De horizontale
kleppen beginnen te draaien.
2 Om de horizontale kleppen niet meer te laten bewegen, druk op
wanneer zij de gewenste stand hebben bereikt.
Resultaat:
verdwijnt van het scherm. De horizontale
kleppen stoppen.
5.4.2
Horizontale uitblaasrichting regelen
1 Druk op
.
Resultaat:
verschijnt op het scherm. De verticale kleppen
beginnen te draaien.
2 Om de verticale kleppen niet meer te laten bewegen, druk op
wanneer zij de gewenste stand hebben bereikt.
Resultaat:
verdwijnt van het scherm. De verticale
kleppen stoppen.
INFORMATIE
Wanneer de unit in een hoek van een kamer is
geïnstalleerd, mogen de verticale kleppen niet naar een
muur gericht zijn. De unit zal minder efficiënt werken als de
lucht wordt geblokkeerd door een muur.
5.4.3
Gebruik van 3D uitblaasrichting
1 Druk op
en
.
Resultaat:
en
horizontale en verticale kleppen beginnen te draaien.
2 Om de kleppen niet meer te laten bewegen, druk op
wanneer zij de gewenste stand hebben bereikt.
Resultaat:
en
horizontale en verticale kleppen stoppen.
5 Functie
Uitblaasrichting
(indien
van
toepassing).
verschijnen op het scherm. De
verdwijnen van het scherm. De
Gebruiksaanwijzing
en
7