Strijken
Tips
Wanneer er bij het invoeren van het
wasgoed vouwen ontstaan:
kunt u het strijken even onderbreken,
het wasgoed een stukje terugtrekken
en gladstrijken. Indien nodig bevochtigt
u het met een vochtige spons of doek.
Gebruik zoveel mogelijk de hele breed-
te van de rol, zodat de rolbewikkeling
glad blijft.
Gebruik bij klein wasgoed, zoals bijv.
zakdoeken afwisselend de rechter- en
de linkerkant van de strijkrol.
Voer wasgoed met knopen in met de
knopen naar de rol toe, zodat deze tij-
dens het strijken in de elastische
rolbewikkeling gedrukt worden.
Leg over ritssluitingen, metalen knopen
en metalen haakjes altijd een doek om
de strijkplaat te beschermen.
Niet hittebestendige en zeer hoge
knopen, zoals bolknopen, kunt u (om
de strijkplaat te beschermen) beter niet
meestrijken.
Als u bijna klaar bent met strijken, kunt
u de temperatuurschakelaar alvast op I
zetten. U kunt dan nog wat klein
wasgoed op de laagste temperatuur
strijken.
22
Na het strijken
^ Schakel de strijkmachine uit.
^ Zet schakelaar Q "Stoom" uit.
^ Zet de temperatuurschakelaar op I.
^ Trek de stekker uit het stopcontact.
Als u de strijkmachine wilt
wegzetten:
^ Laat de strijkplaat afkoelen.
^ Giet het waterreservoir leeg.
^ Klap de strijkmachine in.
^ Rol het snoer op.
^ Plaats de afdekhoes eroverheen.
Zet de strijkmachine niet in vorstge-
voelige ruimtes. Water, dat in het
waterreservoir en in de stoomslang
bevriest, kan schade veroorzaken.