Installeren, instellen en configureren
4
Voorkant
5
Linkerkant
Kabels aansluiten
LET OP: GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN: Schakel tijdens onweer dit product niet in en
maak geen elektrische of bekabelde verbindingen, zoals de fax, het netsnoer of een telefoonkabel, om
elektrische schokken te voorkomen.
LET OP: RISICO OP LETSEL: Om het risico op elektrische schokken of brand te voorkomen, moet u het
netsnoer rechtstreeks aansluiten op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het product
bevindt en dat gemakkelijk toegankelijk is.
LET OP: RISICO OP LETSEL: Gebruik alleen het netsnoer dat bij dit product is geleverd of een door de
fabrikant goedgekeurd vervangend onderdeel om brand of elektrische schokken te voorkomen.
Waarschuwing: mogelijke beschadiging: Raak tijdens het afdrukken de USB-kabel, draadloze
netwerkadapters of het aangegeven deel van de printer niet aan om gegevensverlies of printerstoringen te
voorkomen.
Printerpoort
1
Ethernetpoort
2
USB-printerpoort
3
Aansluiting voor netsnoer Sluit de printer aan op een stopcontact.
Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen
Papiersoort en papierformaat instellen
1
Blader op het bedieningspaneel naar:
> Papier >
2
Selecteer een papierbron en configureer vervolgens het papierformaat en -type.
550 mm (22 inch)
Opmerking: De minimaal benodigde ruimte vóór de printer is 76 mm (3 inch).
120 mm (5 inch)
Functie
Sluit de printer aan op een netwerk.
Sluit de printer aan op de computer.
> Ladeconfiguratie >
> Papierformaat/-soort >
18