6
Om de telefoonbeantwoording functie te activeren:
1. activeer de alarm boodschap doorstuur functie (als beschreven hierboven).
2. programmeer het aantal belsignalen voor beantwoorden (FS12).
3. schakel de beantwoorden externe gesprekken in (FS4).
Opmerking: De telefoon wordt alleen beantwoord indien de ARM ingang detecteert dat het
alarmsysteem is ingeschakeld.
3.4 P
ARTICULIERE
Onafhankelijk van de spraakboodschappen en het versturen van berichten naar pager
systemen, kan de telefoonkiezer de boodschap doorsturen naar één of meerdere PAC's.
Deze manier van bewaking wordt gezien als een prioriteit, voordat boodschappen worden
verstuurd naar de andere zes telefoonnummers, welke het proces kan stoppen van
verzending naar spraak of tekst boodschappen totdat de data volledig naar de meldkamer is
verstuurd en ontvangen. Het annuleren van het alarm door gebruikers stopt niet de
communicatie met de PAC.
De data kan worden doorgestuurd naar één of meerdere formaten (protocollen). Het
transmissie formaat kan worden geprogrammeerd door de service functies FS17 en FS18.
Het data formaat wordt bepaald door de code lengte (FS19 tot FS33) en de
herkenningstekens (FS15 en FS16). De volgende formaten zijn geaccepteerd: 3/1, 3/2, 4/1,
4/2. Een vier cijfer klantcode en een één karakter code worden begrepen als het 4/1. Om aan
de vereisten van de meldkamer te kunnen voldoen, dienen transmissie en data formaat te
worden geselecteerd.
Opmerking: Codes gelijk aan 00 en nul karakter worden niet verzonden naar de PAC.
Er zijn vier modes voor communicatie met de PAC:
• transmissie naar één PAC
• gelijktijdige transmissie naar twee PAC's (dezelfde gebeurtenis worden naar beide
verstuurd)
• transmissie naar twee PAC's in SPLIT REPORTING mode (sommige codes worden
doorgestuurd naar PAC 1 sommige naar PAC twee, met een verdeling aangaande het
boodschap urgentie niveau)
• transmissie naar PAC 1 gevolgd door transmissie naar PAC 2 indien PAC 1 niet
beschikbaar is.
Om PAC doormelding te activeren:
1. programmeer één of twee telefoonnummers van de PAC (FS13 en FS14),
2. programmeer het klantnummer (FS15 en FS16),
3. selecteer het transmissie formaat (FS17 en FS18),
4. bepaal de gebeurtenis codes (FS19 tot FS33),
5. specificeer de communicatie mode (FS5),
6. schakel doormelden in (FS5),
Opmerking: De telefoonkiezer ontdekt automatisch incomplete of incorrecte data wanneer
de service mode wordt verlaten. Fouten worden gesignaleerd door twee lange
tonen. Bewaking wordt gelijktijdig uitgeschakeld in FS5.
Gebruikers Handleiding
A
C
LARM
ENTRALE
DT-1