5.Installatie
5.3.2
Sluit de fotovoltaïsche zijde van de omvormer aan
Controleer voordat u de omvormer aansluit of de nullastspanning van de fotovoltaïsche
generator binnen de limiet van de omvormer valt.
Controleer voordat u verbinding maakt of de polariteit van de uitgangsspanning van de
fotovoltaïsche generator overeenkomt met de symbolen "DC+" en "DC-".
Afbeelding 5.10 DC+-connector
Gebruik een geschikte gelijkstroomkabel voor het fotovoltaïsche systeem.
Type kabel
Bereik
4,0~6,0
Generieke fotovoltaïsche kabel
voor de industrie
(12~10AWG)
(model:PV1-F)
De stappen voor het monteren van de gelijkstroomconnectoren zijn als volgt:
1.
Strip de gelijkstroomdraad ongeveer 7 mm af, demonteer de dopmoer van de connector. (zie afbeelding 5.12)
2.
Steek de draad in de dopmoer en de contactpen van de connector. (zie afbeelding 5.13)
3.
Krimp de contactpen op de draad met een geschikte draadkrimper. (zie afbeelding 5.14)
4.
Steek de metalen connector in de bovenkant van de connector en draai de moer vast met
een koppel van 3-4 Nm (zie afbeelding 5.15.
.16.
Afbeelding 5.11 DC--connector
Doorsnede (mm²)
Aanbevolen waarde
4.0(12AWG)
5.
Meet de fotovoltaïsche spanning van de gelijkstroomingang met een multimeter, controleer of de
gelijkstroomingangskabel polair is (zie afbeelding 5.16), en zorg ervoor dat elke reeks fotovoltaïsche
spanningen binnen het bereik van de omvormerwerking valt. Verbind de gelijkstroomconnector met de
omvormer totdat u een zacht klikgeluid hoort dat aangeeft dat de verbinding is gelukt. (zie afbeelding 5.17)
Afbeelding 5.12 Demonteer de dopmoer van de connector
Krimptang
Afbeelding 5.14 Krimp de contactpen op de draad
-
Afbeelding 5.16 Multimetermeting
Let op:
Als de gelijkstroomingangen per ongeluk omgekeerd zijn aangesloten of de omvormer defect
is of niet goed werkt, is het NIET toegestaan de gelijkstroomschakelaar uit te schakelen,
omdat dit de omvormer beschadigt en zelfs tot een brandramp leidt.
De juiste acties zijn:
*Gebruik een opklikbare ampèremeter om de stringstroom voor gelijkstroom te meten.
*Als deze hoger is dan 0,5 A, wacht dan tot de zonnestraling afneemt totdat de stroom
daalt tot onder 0,5 A.
*Pas als de stroom lager is dan 0,5A, mag u de gelijkstroomschakelaars uitschakelen
en de fotovoltaïsche strings loskoppelen.
Houd er rekening mee dat eventuele schade als gevolg van verkeerde handelingen niet
onder de garantie van het apparaat valt.
5.Installatie
Afbeelding 5.13 Steek de draad in de
dopmoer en contactpen van de connector
Afbeelding 5.15 Connector met dopmoer erop geschroefd
Afbeelding 5.17 Sluit de gelijkstroom connectoren
aan op de omvormer
.17.