Profielen weergeven die zijn opgeslagen in de
sequentiemodus
Gegevens die zijn opgeslagen in de sequentiemodus, kunnen als volgt worden
weergegeven:
1. Zet de draaischakelaar in de stand VIEW memory (Geheugen tonen).
2. Druk op M tot MEMORY – SEQUENCE (GEHEUGEN – SEQUENTIE) in de
linkerbovenhoek van het display verschijnt.
Het menu 'Load profile' (Profiel laden) verschijnt op het display.
3. Gebruik en om een profiel te markeren en druk op de softkey View
(Weergeven).
4. Geef de geheugenitems weer en druk indien nodig op de softkey Next (Volgende)
om de volgende pagina weer te geven.
5. Gebruik 1 om door deze vier datasets te bladeren: mΩ.V, Dis.V, VDC, VAC en
Ripple (rimpel).
Profielen verwijderen die zijn opgeslagen in de
sequentiemodus
Gegevens die zijn opgeslagen in de sequentiemodus, kunnen als volgt worden
verwijderd:
1. Zet de draaischakelaar in de stand VIEW memory (Geheugen tonen).
2. Druk op M tot MEMORY – SEQUENCE (GEHEUGEN – SEQUENTIE) in de
linkerbovenhoek van het display verschijnt.
3. Als op het display het menu View profile (Profiel tonen) wordt weergegeven, gebruik
dan en L om een profiel te markeren, en druk vervolgens op de softkey More
(Meer).
a. Om alleen het gemarkeerde profiel te verwijderen, drukt u op de softkey Delete
(Verwijderen).
Als op het display Confirm to delete current profile? (Huidig profiel wissen
bevestigen?) wordt weergegeven, drukt u op de softkey Delete (wissen).
b. Om alle profielen te wissen, drukt u op de softkey Delete all (Alles verwijderen).
Profielen weergeven die zijn opgeslagen in de sequentiemodus
Geheugen weergeven
hsn065.jpg
5
5-3